Woordenschat H1 = herhaling, tegenstelling, opsommingWoordenschat H2 = hyperbool, understatement, eufemisme
Grammatica H2 = samentrekking
Formuleren H1 = zinnen correct begrenzen
Formuleren H2 = samentrekking controleren
Spelling H1 = trema, apostrof, accent, cedille
Spelling H2 = met of zonder -n en werkwoordspelling