4.5 Woorden les 1

Woorden 4.5 les 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woorden 4.5 les 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kent dertig nieuwe woorden.
- Je weet hoe je een zelfstandig naamwoord vormt. 

Slide 2 - Tekstslide

Start les. 
Stillezen 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Woord van de week

Vaste prik

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Vragen?

H4.4 Schrijftaak


Slide 5 - Tekstslide

De consument
A
De eter
B
De ober
C
Iemand die betaalt voor een product of dienst.
D
Persoon die in het huishouden het meeste geld verdient

Slide 6 - Quizvraag

Pathetisch
A
Overdreven hartstochtelijk
B
Verminderen
C
Vaak voorkomend
D
Van tevoren

Slide 7 - Quizvraag

Een kleine portemonnee hebben
A
Veel schulden hebben
B
Klein bedrag uitgeven
C
Weinig geld hebben
D
Een nieuw portemonnee kopen

Slide 8 - Quizvraag

Het seksisme
A
Welk gender je hebt
B
Apart, los van andere mensen
C
Normaal, vaak voorkomend
D
Discriminatie omdat je man of vrouw bent.

Slide 9 - Quizvraag

Maken instapopdracht 1
Zelfstandig maken opdracht 1

Slide 10 - Tekstslide

Maken instapopdracht 1
Zelfstandig maken opdracht 1
https://speld.nl/2013/10/04/bart-smit-past-folder-aan-na-kritiek/ 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Maken instapopdracht 1
Zelfstandig maken opdracht 1

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel woorden kende je al?

Slide 14 - Open vraag

Vorming van zelfstandig naamwoorden
Je kunt een zelfstandige naamwoorden vormen van:

a. een werkwoord
 - het + hele werkwoord (het huilen).
- werkwoord + achtervoegsel (lopen, de loper)

b van een bijvoeglijk naamwoord (bn):
- bn + achtervoegsel (blij, de blijheid)


Slide 15 - Tekstslide

Vorming van zelfstandig naamwoorden
c. van twee losse woorden, het nieuwe zn is dan een samenstelling
- bn + zn (snel + trein)
- zn + zn (tuin + huis)
- werkwoord + zn (drink + water)

d. door een voor - of achtervoegsel aan een zn te plakken:
- zn + achtervoegsel (de baron, de barones)
- voorvoegsel + zn (de vijand, de aartsvijand)

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
H4.5 Woorden maken opdracht: 1, 2, 7, 8 en 13 (d,e niet)
Woorden leren met de woordentrainer

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kent dertig nieuwe woorden.
- Je weet hoe je een zelfstandig naamwoord vormt. 

Slide 18 - Tekstslide