formuleren oefenen met uitleg 3 havo

Formuleren 3 havo
uitleg + oefeningen

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren 3 havo
uitleg + oefeningen

Slide 1 - Tekstslide

1. Dubbelop

Slide 2 - Tekstslide

231

Slide 3 - Tekstslide

Mannelijk of vrouwelijk
Vind je in het woordenboek.
Vrouwelijke woorden zijn woorden op -heid, -nis, -ing, -schap, -te, -de, -ie, -ij, -iek, -theek, -teit, -uur, -st

Slide 4 - Tekstslide

Wilt u dit aanmeldformulier aan ons retourneren, wanneer u ........heeft ingevuld.
A
hij
B
zij
C
het
D
hem

Slide 5 - Quizvraag

Toen de roeier zag dat zijn skiff beschadigd was, liet hij ... meteen repareren.
A
hij
B
zij
C
het
D
hem

Slide 6 - Quizvraag

Hoewel ... gedaald is in de Quote 500, behoort de familie nog tot de rijkste van het land.
A
ze
B
hij
C
haar
D
hem

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoewel de politie ..... diverse keren sommeerde het terrein te verlaten, gaven de activisten hun verzet niet op, waarop de agenten hen arresteerden.
A
hen
B
hun

Slide 10 - Quizvraag

‘Als u straks met de overige juryleden overlegt, kunt u dan aan hen voorstellen de kandidaat toe te laten tot de tweede ronde?’ vroeg de presentator aan de voorzitter, die antwoordde: ‘Die suggestie zal ik .... zeker doen.’
A
hen
B
hun

Slide 11 - Quizvraag

De bendeleden hielden vol dat de inbraak niet door een van .... gepleegd was.
A
hen
B
hun

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Hier ligt het mooiste boek ...... ik ooit heb gelezen.
A
wat
B
dat

Slide 14 - Quizvraag

Dit is het leukste ..... ik ooit heb gedaan.
A
wat
B
dat

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Dat is de buurman ........ we de kat hebben gekregen.
A
van wie
B
waarvan
C
op wie
D
waarop

Slide 17 - Quizvraag

Ik zie daar een prullenbak ..... jij jouw troep kan gooien.
A
in wie
B
in wat
C
waarin
D
waarop

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Niet alleen het gebrek aan innovatie, maar ook de onoverzichtelijke bureaucratie .......... de lokale handel.
A
hinderde
B
hinderden

Slide 21 - Quizvraag

Bij de ziekte van Alzheimer is muziek een van de dingen die nog lang in het geheugen bewaard ........, als de patiënt andere zaken al vergeet.
A
blijft
B
blijven

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Deze miljardair geeft niets om geld en daarom grote bedragen aan ideële organisaties.
A
Foutieve samentrekking
B
Juiste samentrekking

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Rondtrekkend door de Verenigde Staten ontdekte Eva dat goede gezondheidszorg voor veel burgers onbereikbaar was.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quizvraag

Door de kwaliteit van het water geregeld te controleren, krijgen bij de oesterteelt ziektes geen kans.
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

In 2016 heeft de RIVM er daarvan honderd onderzocht. Waardoor werd vastgesteld dat de chemische stoffen niet gemakkelijk uit het rubbergranulaat vrijkomen.
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quizvraag

Het is vervelend dat mensen die een orgaan nodig hebben, lang op een wachtlijst staan. Ze moeten daardoor vaak naar het ziekenhuis en kunnen in die tijd dus niet gewoon lekker doen waar ze zin in hebben.
A
Goed
B
Fout

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het?
Pleonasme en tautologie zijn stijlfiguren: manieren om iets op een bijzondere manier te vertellen. 

Doel: extra benadrukken of extra betekenis geven.

Slide 34 - Tekstslide

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 35 - Tekstslide

Voorbeelden pleonasme
  • witte sneeuw
  • omhoog stijgen
  • snelle sprint
  • grijze mist
Voorbeelden tautologie
  • vast en zeker
  • keurig netjes
  • maar echter

Slide 36 - Tekstslide

Tautologie of pleonasme?
Het aandeel van de Nationale-Nederlanden is naar beneden gekelderd.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 37 - Quizvraag

Tautologie of pleonasme?
Vanzelfsprekend zal ik dat werk natuurlijk wel nakijken.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 38 - Quizvraag

Pleonasme of tautologie?
Dat is een mooie, houten boomstam.


A
pleonasme
B
tautologie

Slide 39 - Quizvraag

Succes met de toets!

Slide 40 - Tekstslide