Over taal H4: uitleg pleonasme en tautologie

- Uitleg pleonasme en tautologie

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

- Uitleg pleonasme en tautologie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Over taal H4:
- Je weet wat tautologie en pleonasme zijn (stijlfiguren) en wanneer dit fout wordt gebruikt (stijlfout).
- Je weet het verschil tussen een stijlfiguur en een stijlfout.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het?
Pleonasme en tautologie zijn stijlfiguren: manieren om iets op een bijzondere manier te vertellen. 

Doel: extra benadrukken of extra betekenis geven.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden pleonasme
  • witte sneeuw
  • omhoog stijgen
  • snelle sprint
  • grijze mist
Voorbeelden tautologie
  • vast en zeker
  • keurig netjes
  • maar echter

Slide 5 - Tekstslide

Bedenk zelf een voorbeeld
van pleonasme of tautologie.

Slide 6 - Woordweb

Tautologie of pleonasme?
Het aandeel van de Nationale-Nederlanden is naar beneneden gekelderd.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 7 - Quizvraag

Tautologie of pleonasme?
Vanzelfsprekend zal ik dat werk natuurlijk wel nakijken.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 8 - Quizvraag

Tautologie of pleonasme?
De palen van de brug zijn gemaakt van grijs beton.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quizvraag

Dat is een mooie, houten boomstam.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quizvraag

Mijn haar zit schots en scheef.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 11 - Quizvraag

Pleonasme of tautologie? De bazin van het stagebedrijf kon het niet vaak genoeg opnieuw herhalen: zo had zij het echt niet bedoeld.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 12 - Quizvraag

Foutief gebruikt!
Wanneer een schrijver tautologie of pleonasme verkeerd of onbewust gebruikt, spreek je van:
- foutieve tautologie
- foutief pleonasme
Dit noem je een stijlfout (een stijlfiguur die verkeerd wordt gebruikt).

Slide 13 - Tekstslide

Foutief pleonasme en foutieve tautologie
Op het moment dat je tautologie of pleonasme niet als stijlfiguur, maar onbewust verkeerd in een tekst verwerkt, spreek je van foutief pleonasme en foutieve tautologie. Zie blz. 202.
Bovendien moet ik morgen mijn huiswerk ook nog afmaken.
Wat zou het toch fijn zijn als er met Kerst een mooi pak witte sneeuw valt.






Slide 14 - Tekstslide

Stijlfiguur of stijlfout - pleonasme
Als een pleonasme bijvoorbeeld wordt gebruikt in een gedicht. Dan is het een stijlfiguur. 
'natte tranen'  'groen gras'  'witte sneeuw.'
Dat zijn niet per se fouten. Iets 'opnieuw herhalen' of 'naar beneden laten vallen' is wel fout. Hier wordt onnodig de nadruk gelegd op een eigenschap van iets wat je noemt.

Slide 15 - Tekstslide

Stijlfiguur of stijlfout - tautologie
Ook een tautologie kan een versterking zijn.  Er bestaan veel uitdrukkingen die tautologieën zijn. Denk aan: 'gratis en voor niets', 'zeker en vast' of 'list en bedrog'. Deze zijn geaccepteerd als stijlfiguur en zijn dus correct. Voorbeelden van overbodige herhaling zijn: Ik heb dat 'nooit niet' gewild, die boeken zijn 'identiek hetzelfde' of: 'want ik wil immers' nooit slapen.  

Slide 16 - Tekstslide

In het kort:
Pleonasme: je voegt een eigenschap van iets toe in een uiting, terwijl dat niet nodig is of al vanzelf spreekt. 
Tautologie: je zegt/schrijft twee keer hetzelfde, in andere woorden, achter elkaar. 

Stijlfiguur: versterkt het effect - is correct.
Stijlfout: onnodige herhaling - is incorrect.

Slide 17 - Tekstslide

De bal is omlaag gevallen
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 18 - Quizvraag

De bal is omlaag gevallen
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 19 - Quizvraag

Het verschillend onderscheid
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 20 - Quizvraag

Het verschillend onderscheid
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 21 - Quizvraag

Vaak en dikwijls gebeurt het.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 22 - Quizvraag

Vaak en dikwijls gebeurt het.
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 23 - Quizvraag

Ik heb het zelf persoonlijk afgeleverd.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 24 - Quizvraag

Ik heb het zelf persoonlijk afgeleverd.
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 25 - Quizvraag

De gele zon
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 26 - Quizvraag

De gele zon
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 27 - Quizvraag

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 28 - Quizvraag

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 29 - Quizvraag

Ze zijn identiek gelijk aan elkaar.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 30 - Quizvraag

Ze zijn identiek gelijk aan elkaar.
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 31 - Quizvraag

Lees dat eens hardop voor!
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 32 - Quizvraag

Lees dat eens hardop voor!
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 33 - Quizvraag

De antwoorden van de toets lagen open en bloot op tafel.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 34 - Quizvraag

De antwoorden van de toets lagen open en bloot op tafel.
A
stijlfiguur
B
stijlfout

Slide 35 - Quizvraag

Huiswerk

Over taal H4:

- opdr. 6

- opdr. 7


(blz. 201 - 202)


Maak het in Class Notebook


Slide 36 - Tekstslide


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 37 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 38 - Open vraag


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll