3.2 Politieke stromingen

3.2 Politieke stromingen

Je kent 
-de vier ideologieën
-termen als links, rechts, midden, conservatief, progressief
-rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.2 Politieke stromingen

Je kent 
-de vier ideologieën
-termen als links, rechts, midden, conservatief, progressief
-rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Stelling

Een baas van een grote onderneming mag honderd keer meer verdienen dan de gemiddelde werknemer....

Slide 3 - Tekstslide

Politiek draait om...
  • hoe we willen dat de samenleving eruitziet
  • hoe erg we het vinden als er grote verschillen zijn tussen arm en rijk
  • wat de overheid moet regelen en wat we zelf kunnen doen

Slide 4 - Tekstslide

Politiek draait om...
  • hoe we willen dat de samenleving eruitziet
  • hoe erg we het vinden als er grote verschillen zijn tussen arm en rijk
  • wat de overheid moet regelen en wat we zelf kunnen doen

Slide 5 - Tekstslide

Ideologie
Definitie: Een samenhangend geheel van ideeën over de gewenste inrichting van de samenleving

Twee vragen staan zijn hier belangrijk: 


Slide 6 - Tekstslide

Waarden/normen
1. Welke waarden en normen staan centraal? 
Bijvoorbeeld:
Waarde: Economische vrijheid > Norm: ondernemers mogen zelf bepalen of hun winkel op zondag open is
Waarde: Gelijkheid > Norm: rijken moeten meer belasting betalen dan mensen met een lager inkomen om inkomensverschillen te verkleinen



Slide 7 - Tekstslide

Rol overheid op soc-econ. gebied
2. Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied?

Links: sterke actieve rol van de overheid bij: 
economie, uitkeringen, onderwijs, gezondheidszorg 
Rechts: zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid: 
ieder is zelf verantwoordelijk voor een beter bestaan.


Slide 8 - Tekstslide

Politieke midden

Zit een ideologie tussen links en rechts in dan zit de partij in het politieke midden 

Slide 9 - Tekstslide

Rol overheid op soc-econ. gebied
Vraag: moet de overheid de zwakkeren in de maatschappij beschermen?

Vraag: vind jij dat economische ongelijkheid en inkomensverschillen onvermijdelijk zijn?

Slide 10 - Tekstslide

Ideologieën
1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme
4. Populisme

Slide 11 - Tekstslide

Ideologie 1: Liberalisme
Onstaan eind 18de eeuw tijdens de Franse revolutie: De koning had onbeperkte macht!  De adel en de geestelijken hoefden geen belasting de betalen. De burgers wel!

Vooral rijkere mensen, kooplieden en fabriekseigenaren wilden persoonlijke en economische vrijheid (Liberté)

Slide 12 - Tekstslide

Liberalen nu
Vrijheid is voor hen nog steeds belangrijk: Liberalen willen vrije markteconomie, weinig inmenging overheid op soc-econ. gebied.
Taken overheid volgens hen: defensie, bestrijden criminaliteit.
Tegenwoordig ook: goede gezondheidszorg > marktwerking.
Ook: verzorgen goed onderwijs en uitkeringen
Burgers stimuleren tot eigen verantwoordelijkheid

Slide 13 - Tekstslide

Liberalen nu 2
VVD  (typisch liberale partij)

Partijen met liberale standpunten: D66, PVV, zelfs GroenLinks

Slide 14 - Tekstslide

Ideologie 2: Socialisme
Onstaan in 19de eeuw
Oorzaak slechte werkomstandigheden van arbeiders:
werkdagen van 16 uur, lage lonen, geen sociale zekerheid: 
werd je ziek dan was je overgeleverd aan liefdadigheid
Oorzaak volgens socialisten:  wantoestanden door de vrijemarkteconomie (fabriekseigenaren konden lonen heel laag houden)

Slide 15 - Tekstslide

Socialisten wilden:
einde aan armoede en ongelijkheid. 
Maar hoe?
Communisten wilden: revolutie: arbeiders alle macht

Sociaaldemocraten  wilden: via verkiezingen in regering komen en daarna hervormingen  doorvoeren

Slide 16 - Tekstslide

Sociaaldemocraten nu:
niet meer tegen een vrijemarkteconomie met marktwerking,
 maar willen wel gelijkwaardigheid van mensen:
-actieve bescherming van zwakkeren in de samenleving
-goed onderwijs voor iedereen
-hogere belasting voor de rijken
-eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht

Slide 17 - Tekstslide

Sociaaldemocraten nu:
Willen een sterke rol van de overheid! 

Partijen met duidelijke sociaaldemocratische kenmerken zijn:
PvdA
SP
GroenLinks

Slide 18 - Tekstslide

Ideologie 3: Confessionalisme
Confessie = geloofsovertuiging
Baseren zich op hun geloof, bijvoorbeeld het christendom of de islam
Ontstaan eind 19de eeuw (katholieke partij en protestantse partij)
Partijen die confessioneel zijn christendemocratisch

Slide 19 - Tekstslide

Christendemocraten
Willen graag een samenleving die de waarden uit de Bijbel serieus neemt, zoals 

rentmeesterschap

goed zorgen voor de door God aan ons toevertrouwde aarde

Slide 20 - Tekstslide

Christendemocraten nu:
-goed zorgen voor de aarde en naastenliefde
-een zorgzame samenleving met zorg die uitgevoerd wordt door kerken en verenigingen
Rol overheid: ordehandhaving, financiering onderwijs en uitkeringen
Voorbeelden: CDA, CU, SGP  (tussen links en rechts in: politieke midden)

Slide 21 - Tekstslide

Ideologie 4: Populisme
Meer stijl van politiek dan ideologie...
-zeggen op te komen voor de eenvoudige burger, de elite is corrupt
-bloei in tijden van economische crisis
-vaak sterk nationalistische standpunten (tegen immigratie, tegen inmenging van het Europa) 
Voorbeelden: PVV en FvD

Slide 22 - Tekstslide

Progressief versus Conservatief
Progressief = vooruitstrevend in bijv. persoonlijke vrijheid (homohuwelijk, abortus, euthanasie)
Vooruitstrevend in het algemeen: duurzame energie

Conservatief = behoudend (alles bij het oude laten om problemen bij veranderingen te voorkomen)

Slide 23 - Tekstslide

Progressief / Conservatief
Net als bij de indeling 'links' en 'rechts' zijn de meeste partijen niet uitsluitend conservatief of progressief. 
Voorbeeld SP: 
-progressief in het standpunt dat het minimumloon omhoog moet
-conservatief in het behouden van de ontslagbescherming

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link