Will - going to (future)

Have fun - keep calm
Future goals
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Have fun - keep calm
Future goals

Slide 1 - Tekstslide

Making plans for the future.......

= gebruik van toekomende tijd

= iets beloven, aanbieden, aankondigen, voorspellen

= iets van plan zijn, gaan doen, gaat gebeuren (bewijs)

He will buy four tickets for the show. 

We are going to see a motivational video. 

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je toekomende tijd
-
iets aanbieden
iets beloven
iets aankondigen, voorspellen
-
van plan zijn, gaan doen = intention


voorspelling        =                prediction
Use of future tenses in English 
-

I will get you some more tea.
Anne will call you back later.
They will be home at six.
-

Tom is going to do his homework tonight.


(Therefore) Tom will get a good grade.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

iets aanbieden, beloven, aankondigen, voorspelling

Slide 5 - Tekstslide

iets (van plan om te) gaan doen of bewijs dat het gaat gebeuren

Slide 6 - Tekstslide

de toekomende tijd
is in het engels:
A
the present
B
the future
C
the past
D
the continuous

Slide 7 - Quizvraag

om iets aan te bieden,
te beloven, voorspellen
of aan te kondigen:
A
will + hele werkwoord
B
do + hele werkwoord
C
allowed to + hele werkwoord
D
am/are/is + going to + hele werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

als je iets van plan bent, gaat doen
of iets gaat zeker gebeuren:
A
will + hele ww
B
do + hele ww
C
allowed to + hele ww
D
am/are/is + going to + hele ww

Slide 9 - Quizvraag

will + hele werkwoord
She will get you a coke.
A
iets aankondigen, aanbieden, beloven
B
iets van plan zijn, iets gaat gebeuren

Slide 10 - Quizvraag

am/ are/ is + going to + ww

We are going to lose the game.
A
iets aankondigen, aanbieden, beloven
B
iets van plan zijn, iets gaat gebeuren

Slide 11 - Quizvraag

The traffic is really bad.
We ... our flight. (miss)
A
will miss
B
are going to

Slide 12 - Quizvraag

I promise I ... you a letter soon. (write)
A
will write
B
am going to write

Slide 13 - Quizvraag

Toekomende tijd:
We ...... our holiday in Spain. (spend)
A
go to spend
B
are going to spend
C
are spent
D
go spending

Slide 14 - Quizvraag

You must be hungry.
I ... you a sandwich. (make)
A
am going to
B
make
C
will making
D
will make

Slide 15 - Quizvraag

Donna doesn't like her new job at all.
She ... tomorrow. (quit)
A
is going to
B
will go quit
C
is going to quit
D
is quitting

Slide 16 - Quizvraag