HAVO 4 Thema 1 B3 Plantaardige en dierlijke cellen

HAVO 4 - biologie

Biologie voor jou Max


  Thema 1 Inleiding in de biologie


B3

Plantaardige en dierlijke cellen

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HAVO 4 - biologie

Biologie voor jou Max


  Thema 1 Inleiding in de biologie


B3

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Lesprogramma B3
  • Kort herhalen en voorkennis B1/B2
  • Leerdoelen Basisstof 3 Plantaardige en dierlijke cellen (2 minuten)
  • Uitleg B3 (5 minuten)
  • Oefening onderdelen microscoop + preparaat maken
  • Zelfstandig opdracht 22 t/m 29 maken (max. 5 minuten)
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste

Eerder klaar? 
  • Neem context Leefwereld 'Kleurrijke dieren' en maak de bijbehorende opdrachten 30 t/m 32
  • Lesafsluiter B3 (5 minuten)

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de organen naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-stelsel
Verteringsstelsel
Bloedvaten-stelsel
Hart 
Slagader
Luchtpijp
Lever
Maag
Longen
Dunne darm

Slide 4 - Sleepvraag

Leerdoelen B3

1.3.1 Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen 
          en functies ervan benoemen

1.3.2 Je kunt een microscoop gebruiken en daarmee (delen van) organismen 
           bestuderen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Plantaardige en dierlijke cellen
  • Cellen hebben organelleneen deel van een cel met een eigen functie

Voorbeelden van organellen: celmembraan, celkern, cytoplasma


Slide 7 - Tekstslide

Verschil plantaardige en dierlijke cellen
  • Plantaardige cellen hebben een celwand en een vacuole
  • Plantaardige cellen hebben plastiden (korrels) 
  • Chloroplasten (bladgroenkorrels)
  • Chromoplasten (kleurstofkorrels)
  • Leukoplasten (opslag vet, zetmeel of eiwit)
  • Sommige plastiden kunnen overgaan in andere plastide 

Slide 8 - Tekstslide

Plastiden
Celorganel dat in cytoplasma van planten voorkomt. Typen:
  • chloroplast  - fotosynthese
  • chromoplast - kleur
  • leukoplast - opslag (vet, zetmeel of eiwit)


Slide 9 - Tekstslide

Plastiden

Chloroplasten worden chromoplasten
  • Rijpen van vruchten
  • Verkleuren van de bladeren in de herfst


Slide 10 - Tekstslide

Herhaal de onderdelen van de microscoop alvast!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Lichtmicroscoop

Slide 14 - Tekstslide

Transmissie-elektronen-microscoop
2D-beeld

Slide 15 - Tekstslide

scanning elektronenmicroscoop
3D-beeld

Slide 16 - Tekstslide

Hoe maak je zelf een preparaat?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Maak nu opdracht 22 t/m 29

  • Oefen de Flitskaarten en Test Jezelf van B3


Klaar?
  • Neem de Context leefwereld 'Kleurrijke dieren' door en 
maak de opdrachten 30 t/m 32

Slide 19 - Tekstslide

Lesafsluiter B3
1.3.1 Je kunt delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen
          en functies ervan benoemen
1.3.2 Je kunt een microscoop gebruiken en daarmee (delen van) organismen
           bestuderen

Slide 20 - Tekstslide

Zet kruisjes...

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord

Slide 22 - Tekstslide

Welk onderdeel komt niet voor bij dierlijke cellen?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Celwand
D
Cytoplasma

Slide 23 - Quizvraag

Onderdelen in een cel zijn:
1) celmembraan
2) leukoplast
3) celwand
4) grote vacuolen
Welke onderdelen komen alleen voor in plantaardige cellen?
A
Alleen 2 en 3
B
1, 2, 3 en 4
C
Alleen 2, 3 en 4
D
Alleen 3

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de functie van de celwand?
A
Stofwisseling met omgeving
B
Stevigheid
C
Eiwitten maken

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de functie van de celkern?
A
Beschermen cel
B
Stofwisseling
C
Eiwitten maken
D
Bevat DNA en stuurt cel aan

Slide 26 - Quizvraag

Als ik een objectief van 40x gebruik met de microscoop en mijn oculair vergroot 10x, wat is dan mijn totale vergroting?
A
200
B
800
C
350
D
400

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet deze microscoop?

Slide 28 - Open vraag

Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
cytoplasma
regelcentrum van de cel
celmembraan
vliesje om kern
vocht in kern
bladgroenkorrels, zetmeelkorrels of kleurstofkorrels
vacuole
buitenste randje cel
kernplasma
vocht en opgeloste stoffen
kernmembraan
celkern
celwand
stevig materiaal om cel heen
plastide
grote blaas gevuld met vocht

Slide 29 - Sleepvraag

Een wortel is oranje. De delen die boven de grond uitkomen zijn groen. Hierbij gaat de ene soort korrel (A) over in een andere soort korrel (B). Welke korrel is A en welke is B?
A
A: Chromoplast B: Leukoplast
B
A: Leukoplast B: Chloroplast
C
A: Chloroplast B: Chromoplast
D
A: Chromoplast B: Chloroplast

Slide 30 - Quizvraag

Stel dat bepaalde cellen ongeveer 0,2mm groot zijn. En je bekijkt ze bij een vergroting van 100x. Je tekent één cel ongeveer 10cm groot. Hoe groot is dan de werkelijke vergroting van je tekening?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Link

Wat was je score?

Slide 33 - Open vraag

Volgend lesuur

In de les gaan we practicum 2 
'Een dierlijke cel' (wangslijmvliescel) doen

Slide 34 - Tekstslide