Herhalen markt

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Marktvorm bepalen

Om te bepalen wat voor markt het is moet je eerst bepalen
wat voor product is het:
- Homogene producten (exact dezelfde producten)

- Heterogene producten (producten met kleine verschillen)
en je moet weten
- Hoeveel aanbieders zijn er (veel of weinig)

Graan is een

1. homogeen product
2. heterogeen product

een fiets is een

1. homogeen product
2. heterogeen product

Waar zie je de vraaglijn?

1. 
2. 

Ezelsbruggetje:

Van de vraaglijn kan je een V maken.

Vraaglijn

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?

1. Hoe hoger de prijs, hoe meer vraag
2. Hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
3. Omdat de aanbodlijn stijgt
4. Omdat er altijd sprake is van evenwicht

Vraaglijn

Als de prijs hoog is, wordt er minder gekocht.

Als de prijs laag is, wordt er meer gekocht.

De vraaglijn loop daardoor van boven naar beneden

De vraaglijn wordt gegeven door:
Qv = -2p + 500
Wat is de vraag bij p = 100?

1. Vraag = 700
2. Vraag = 500
3. Vraag = 300
4. Vraag is 200

Bereken de twee punten als P=0 en als Q=0 bij de formule : qv= -0,2p + 75

Vraaglijn tekenen

Qv = -0,2P + 75       eerst P=0   en dan   Q=0

• Qv = (-0,2 x 0) + 75       = 75.      Punt 1 is  P = 0 en Q = 75.
  

Nu ga je uitrekenen wat de prijs is wanneer de vraag 0 is, dus Q=0. 

• 0 = -0,2P + 75

       0,2P =75
       P = 75 : 0,2                     = 375.      Punt 2 is  Q = 0 en  P = 375

Nu kun je de lijn tekenen met de twee punten (P0, Q75) en P375, Q0)

Verschuiven OP de vraaglijn

Als de prijs verandert, wordt er meer of minder van een product gekocht. De vraag verschuift dan OP de vraaglijn.
(= factor 1 van het rijtje, zie p. 203 samenvatting)
De prijs zakt van  € 300 (rode stip) naar € 150 (groene stip)

Verschuiven VAN de vraaglijn

De vraaglijn kan naar rechts of links verschuiven als (zie p. 203 samenvatting):

2) de prijs van een ander product hoger of lager wordt.

3) het inkomen / budget van de consument stijgt of daalt.

4) de behoeften vd consument toe- of afnemen.

5) Het aantal consumenten verandert (vraag van alle consumenten = collectieve vraag).

Wat kan een oorzaak geweest zijn van deze verschuiving?

1. meer behoefte naar dit product
2. minder behoefte naar dit product
3. budget voor dit product daalt
4. inkomen daalt

Wat kan geen oorzaak geweest zijn van deze verschuiving?

1. inkomen wordt hoger
2. meer behoefte naar dit product
3. prijs goed daalt

Vraagfactoren:
De factoren die van invloed zijn op de vraag naar een bepaald product.
Wat hoort hier niet bij?

1. De prijs van een product?
2. De hoeveelheid producten?
3. De hoogte van het inkomen?
4. De prijs van andere producten?

Aanbod

Het aanbod op de markt is de hoeveelheid die alle producenten samen van een product willen verkopen.

Deze hoeveelheid kan je weergeven met een aanbodlijn

De aanbodlijn geeft de verkoopbereidheid van de verkoper aan

De aanbodlijn loopt van linksboven naar rechtsonder.

1. juist
2. onjuist

Aanbodslijn

Bij een aanbodlijn is er altijd een positief verband. Hoe hoger de prijs, hoe meer bedrijven het product willen maken.

De lijn loopt dus altijd naar boven.

Aanbodslijn

Ezelsbruggetje:

Van de aanbodslijn kan je een A maken

Hoeveel wordt er aangeboden bij een bedrag van €4,-?
Qa = 25.000P - 10.000

1. 110.000 stuks
2. 100.000 stuks
3. 90.000 stuks
4. de uitkomst is negatief

Stel: Qa=5P-400 en P=130
Bereken het aanbod

Qa=10P-80 Qa = 200
bereken nu de prijs

Aanbodlijn tekenen

• om een lijn te tekenen, heb je 2 punten nodig
• punt 1 vul P=0 in de formule in en reken Q uit
• punt 2 vul een willekeurige prijs (P) in en reken Q uit
• vul de 2 punten in het assenstelsel in en teken de lijn

Aanbodfactoren

De aanbodlijn verschuift als (zie p. 204 samenvatting):

2) De prijzen van arbeid en kapitaalgoederen (machines) veranderen

3) De kwaliteit van arbeid en kapitaalgoederen toe- of afnemen.

4) Het aantal producent toe- of afnemen (aanbod van alle producenten = collectieve aanbod0

Inkopen van grondstoffen wordt goedkoper. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?

1. die schuift naar rechts
2. die schuift naar links
3. er komt een ander punt op de aanbodlijn tot stand
4. er verandert niets.

Wat is een vergelijking van de aanbodlijn?

1. Q = 3P + 100
2. Q = -3P +100
3. Q = -25.000P - 10.000
4. Q = 25.000P - 10.000

Q = p-100

1. Dit is een vraaglijn
2. Dit is een aanbodlijn
3. Dit is een budgetlijn
4. Ik heb geen idee

Q =-0,5p+200

1. Dit is een aanbodlijn
2. Dit is een vraaglijn
3. Dit is een budgetlijn
4. Ik heb geen idee

Stel een aanbodlijn loopt verticaal.
Wat zou dit kunnen betekenen?

1. Het aanbod is niet afhankelijk van de prijs.
2. Het aanbod is wel afhankelijk van de prijs.

Wat is het producentensurplus?

1. verschil tussen betalingsbereidheid en de te betalen prijs
2. verschil tussen leveringsbereidheid en de te ontvangen prijs

Wat is het consumentensurplus?

1. verschil tussen betalingsbereidheid en de te betalen prijs
2. verschil tussen leveringsbereidheid en de te ontvangen prijs

Marktevenwicht

Je hebt vraag naar een product (consumenten) en je hebt aanbod van een product (producent).

Waar vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn, is er marktevenwicht. 

De prijs die hierbij hoort = evenwichtsprijs
De hoeveelheid die hierbij hoort = evenwichtshoeveelheid

Als de lijnen elkaar kruisen dan noemen we dat het evenwichtspunt. Dit is het ideale punt van de markt. In dit punt is vraag en aanbod aan elkaar gelijk.

Marktevenwicht

        Marktevenwicht

Qa = Qv

de vraagfunctie (Qv) is gelijk aan de aanbodfunctie (Qa)

Qa=Qv Zo reken je de evenwichtsprijs- en hoeveelheid uit

Qv=-10P+80 Qa=20P-40
Bereken de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid

Qv= -10P+80        Qa= 20P-40 

Qv = Qa
-10P + 80 = 20P - 40

80 + 40 = 20P + 10P

120 = 30P     
P = 4               vul P in de formules in om Q te berekenen
Qv = (-10 x 4) + 80    Q = 40
Qa = (20 x 4) - 40      Q = 40 

Qv = -p + 20 & Qa = 5p - 40
Bereken het marktevenwicht?

1. p = 10 & q = 10
2. p = 4 & q = 16
3. p = 20 & q = 8
4. p = 8 & q = 20