Zintuigen ontwikkelen zich tot een gedetailleerde en specifieke waarneming
Beter oogbewegingen controleren
Zicht scherper afstellen
Meer waarnemen dankzij de ontwikkeling van de hersenen.
--> Spelenderwijs stimuleren
Slide 13 - Tekstslide
Cognitieve ontwikkeling peuter
Ontwikkeling van het denken
Taalontwikkeling
Persoonlijkheids-ontwikkeling
Slide 14 - Tekstslide
1. Cognitieve ontwikkeling peuter
Maakt een sterk intellectuele ontwikkeling door, omdat de hersenen groeien.
Denken in hier en nu: peuter kan moeilijk vooruitdenken. Experimenteert zonder de gevolgen van zijn handelingen in te schatten.
Egocentrisme: De peuter is ervan overtuigd dat anderen alles horen, zien en weten wat hij zelf hoort, ziet en weet.
Slide 15 - Tekstslide
1. Cognitieve ontwikkeling peuter
Magisch denken: Peuter = creatief en heeft veel verbeelding. Leert veel bij door fantasiespelletjes. Kan wel niet altijd onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid
Symbolisch denken: merkt steeds meer gelijkenissen en verschillen op. Hij gebruikt symbolen bewuster.
Oorzaak en gevolg: Tussen 18 - 24m begint de peuter te beseffen wat de gevolgen zijn van zijn handelen. Hij denkt na over oorzaak en gevolg.
Slide 16 - Tekstslide
2. Taalontwikkeling
Taalvermogen gaat in razend tempo vooruit.
1 jaar: losse woordjes + eenwoordzinnen
2 jaar: tweewoordzinnen
3 jaar: korte meerwoordenzinnen
Slide 17 - Tekstslide
3. Persoonlijkheids- ontwikkeling
Peuter voelt een sterke behoefte om zelfstandig te zijn. Stoot op verschillende beperkingen:
lichamelijke en motorische beperkingen: kan nog niet alles wat hij wil doen
verbale beperkingen: kan ook nog niet alles zeggen wat hij wil. Voelt zich vaak onbegrepen
grenzen die ouders stellen: soms wil de peuter iets doen, maar mag dit niet.
--> Drang naar zelfstandigheid en de beperkingen die hij hierbij ervaart = gefrustreerde peuter = peuterpuberteit
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Socio - emotionele ontwikkeling peuter
sociale ontwikkeling
emotionele ontwikkeling
Slide 20 - Tekstslide
1. Sociale ontwikkeling
Solospel: peuter kan nog niet samenspelen met leeftijdsgenootjes
Parallel spel: peuter speelt in de buurt van leeftijdsgenootjes, maar niet met elkaar
Toekijkend spel: genieten van het kijken naar hoe andere kinderen spelen
Slide 21 - Tekstslide
2. emotionele ontwikkeling
Peuterangsten:
scheidingsangst
angst voor vreemden
angst voor dieren
angst voor lawaai
angst voor donker
Hebben nog geen realistisch beeld van wat ze kunnen. Peuters = egocentrisch, toch weten ze dat andere ook emoties hebben.