In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
Cognitieve ontwikkeling
Slide 1 - Tekstslide
4 BELANGRIJKE DEELASPECTEN VNA DE COGNITIEVE ONTWIKKELING
Taalverwerving
denkprocessen
begrip van tijd en ruimte
geheugen
Slide 2 - Tekstslide
Denkvaardigheden van peuters en kleuters
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Jean Piaget
Leeftijden Piaget komen niet overeen met de leeftijden van de levensloopfasen!
Symbolisch denken: typisch voor peuter/kleuter
denkvaardigheden en denkfouten
symbolisch denken is heel belangrijk voor de ontwikkeling! (fantasie, tekenen, ...)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Waarom gaan peuters en kleuters steeds meer angsten vertonen?
Slide 14 - Open vraag
Hoe ga je om met deze angsten?
Slide 15 - Open vraag
Wat bedoelen ze met: "Denk eraan dat jij het voorbeeld bent."
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Lees de casussen en noteer een verklaring vanuit de denkvaardigheid van peuters en kleuters.
Slide 19 - Tekstslide
Donald (2.5) jaar) heeft een glas omgestoten. Hij wijst en zegt dat zijn knuffelbeertje Dimpel dat heeft gedaan.
Slide 20 - Open vraag
Aisha (2 jaar) loopt met de wc-brilverkleiner op haar hoofd. Ze zegt dat ze een mooie hoed op heeft.
Slide 21 - Open vraag
Bauke (4 jaar) speelt binnen met de bal. Plots belandt haar bal op de tafel. De bal raakt de vaas en die valt op de grond. Mama is boos want het was haar mooiste vaas. Bauke schrikt want ze wist niet dat dit kon gebeuren.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
We observeren het gedrag van het kind in het filmpje en lossen de vragen op p6 op
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Wat ziet het kind?
Slide 26 - Open vraag
Wat ziet het kind nadat het van plaats verwisseld is?
Slide 27 - Open vraag
Wat ziet de vrouw volgens het kind vanuit haar positie?
Slide 28 - Open vraag
Welk verschil merk je bij het tweede kind?
Slide 29 - Open vraag
Wat is de betekenis van de woorden egocentrisch en perspectief?
Slide 30 - Open vraag
Schrijf een besluit. Gebruik de woorden: peuters en kleuters - denken - egocentrisch - lagereschoolkind - perspectief van de ander
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Maak de oefening hierover op p 7
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Observeer het gedrag van de kinderen in het filmpje en los de vragen op op p8 en 9
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
In welk glas zat volgens het eerste kind de grootste hoeveelheid vloeistof?
Slide 40 - Open vraag
Welke verklaring gaf het eerste kind voor zijn keuze?
Slide 41 - Open vraag
Welk glas bevatte volgens het tweede kind het meeste vloeistof?
Slide 42 - Open vraag
Welke verklaring gaf het tweede kind voor zijn keuze?