H7.5 Klimaatverandering en gevolgen voor Nederland




Gevolgen van klimaatverandering
7.5 Gevolgen van klimaatverandering
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les




Gevolgen van klimaatverandering
7.5 Gevolgen van klimaatverandering

Slide 1 - Tekstslide

 zeespiegelstijging
De zeespiegelstijging heeft twee oorzaken:
- het oceaan- en zeewater zet uit door de warmte
- land- en gletsjerijs smelten

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaak: In 1953 vond in Nederland de laatste grote overstroming door de zee plaats. In Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant verdronken mensen en vee toen door een zware storm de dijken braken. 
Gevolg: Deltaplan
Zeegaten werden gesloten met dammen. Er werden dammen gebouwd die water doorlaten, zodat er nog steeds eb en vloed is.

De haven van Rotterdam werd pas in 1997 veilig voor hoog zeewater, toen de Maeslantkering werd afgebouwd. Dat is een stuw die openstaat om de schepen naar de haven door te laten. Alleen bij extreem gevaar wordt de kering gesloten.

Slide 3 - Tekstslide

Op verschillende manieren wordt in Nederland meer ruimte voor Rivieren gemaakt

Door de uiterwaardafgraving worden de uiterwaarden van de IJssel bij Zwolle bijvoorbeeld lager gemaakt. 
Op andere plaatsen wordt een overloop gemaakt. Daar kan het water over een dijk naar een leeg gebied stromen, waar het water tijdelijk opgeslagen wordt of verder stroomt naar een lager punt waar het opnieuw in de rivier komt.
Ruimte voor de rivieren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Oorzaak dijkverlegging: 
- De Waal heeft bij Nijmegen en Lent smalle uiterwaarden. 
Gevolg: Door de versmalling in de rivier kan het water daar minder gemakkelijk langs stromen. 
Oplossing: Om een grotere afvoer van rivierwater mogelijk te maken, wordt de dijk bij Lent verlegd. De uiterwaard wordt door deze dijkverlegging breder en de rivier krijgt meer ruimte. In het nieuwe buitendijkse gebied wordt een nevengeul gegraven. De huizen op de oude dijk aan de Waal komen daardoor op een eiland te liggen. De kribben worden verlaagd. Kribben= stenen dammen in een rivier om de vaargeul vast te leggen en op diepte te houden.
Dijkverlegging Lent

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

In het laatste stuk van de rivier moeten dijken niet alleen berekend zijn op een grote waterafvoer door de rivier, maar ook op hoog zeewater dat ervoor zorgt dat het water van de rivier niet kan wegstromen. Dijkverhoging=  Verbetering van dijken door ze hoger en sterker te maken; ook dijkversterking.

Slide 8 - Tekstslide

Waterplein
Tijdelijke opslag van water  na hevige buien. 
Veel bebouwing, steen en asfalt en dat neemt geen water op. 
Een waterplein kan tijdelijk water opvangen en afvoeren.
Maar ook extra sloten en groenstroken aanleggen

Slide 9 - Tekstslide

Kwetsbare gebieden Nederland 
Kustgebieden
Overstromingen vanuit zee denk aan stormen (tropische) en tsunami's. 
Gebieden rondom een rivier
Bij piekafvoer overstroomt de rivier maar ook dijken die kunnen breken.
Delta
Kleine vertakkingen van de rivier die uitmondt in de zee.
Door de ligging aan zee zijn ze kwetsbaar voor overstromingen. 
Laaggelegen land
Land dat onder NAP (Normaal Amsterdams Peil) ligt is kwetsbaar voor overstromingen. Het ligt lager dan de zee. 
Stedelijk gebied
Water kan moeilijk worden opgenomen door de bodem als deze bebouwd is. Hevige buien kunnen overstromingen veroorzaken. 

Slide 10 - Tekstslide