Rode draad ingezonden artikel 3hg

Ingezonden artikel
Rode draad
Alineaopbouw
Bronvermelding
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ingezonden artikel
Rode draad
Alineaopbouw
Bronvermelding

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst....
Lezen voor je lijst
(na toetsweek verwerkingsopdracht, literatuurlijst en leesautobiografie bijwerken)

Slide 2 - Tekstslide

Doel
- Structuur en logica in je artikel
- Goed geformuleerde zinnen en passende toon
- Bronvermelding

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Het bouwplan
Onderwerp
Misstand
Doelgroep
Doel
Inleiding
Kern
Slot

Slide 5 - Tekstslide

Wat mag er wél in je inleiding staan?
A
Probleem
B
Argument
C
Anekdote
D
Feiten

Slide 6 - Quizvraag

Wat mag er wél in je slotalinea.
A
Het misstand
B
Samenvatting alinea's
C
Een extra feit
D
Een conclusie

Slide 7 - Quizvraag

Criteria betrouwbare informatie
De informatie is aanvaardbaar.
De informatie is relevant.
De informatie is gebaseerd op feiten.
De informatie is te controleren.

Slide 8 - Tekstslide

Nasa en Esa doen onderzoek naar zwaartekrachtgolven. Welke bronvermelding is correct volgens APA?
A
(Tim Kraaijenvanger, 2010).
B
(T. Kraaijenvanger, 2010).
C
(Kraaijenvanger, Scientas, 2010).
D
(Kraaijenvanger, 2010).

Slide 9 - Quizvraag

Tussenstand doel
- Structuur en logica in je artikel
- Goed geformuleerde zinnen en passende toon
- Betrouwbare informatie
- Bronvermelding

Slide 10 - Tekstslide

Hoe sterk is deze informatie: Schooldagen duren in Nederland veel te lang. Marielle van der Geest van het Coornhert Lyceum vindt dat ook.
0100

Slide 11 - Poll

Hoe sterk is deze informatie: Schooldagen duren in Nederland veel te lang. In Finland gaan leerlingen korter naar school en behalen ze betere resultaten.
0100

Slide 12 - Poll

Hoe sterk is deze informatie: Schooldagen duren in Nederland veel te lang. Het actief bezig zijn met de stof, blijkt vooral tot goede leerresultaten te leiden, niet het aantal uren aanwezigheid (Driessen, Claasen, Smit, 2010).
0100

Slide 13 - Poll

Ik weet hoe ik betrouwbare informatie moet vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Wat heb je nog nodig
om een goed artikel te schrijven?

Slide 15 - Woordweb

Passende toon en formulering
De toon is passend als hij aansluit bij je doelgroep:
'u' voor volwassenen, 'je' voor leeftijdsgenoten of jonger.

De formulering is goed als de zinnen lekker lopen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze informatie is saai: Accounts van influencers die
fake news verspreiden moeten worden gedeactiveerd.
Het kan leiden tot grote problemen.
Pas de tekst aan voor een jong publiek. Probeer beeldend
taalgebruik te verwerken. Herschrijf de inleiding.
timer
12:00

Slide 17 - Open vraag

Tussenstand doel
- Structuur en logica in je betoog
- Goed geformuleerde zinnen en passende toon
- Overtuigende en betrouwbare argumentatie
- Argumentatieschema's
- Bronvermelding

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Dubbelop
- Pleonasme: Hun eerste prioriteit was om geld te sparen.
- Tautologie: Vermoedelijk moet de wedstrijd misschien opnieuw gespeeld worden.
- Contaminatie: Die Nikes kosten erg duur.
- Onjuiste herhaling: Voor een toename van het aantal orgaandonoren zijn de afgelopen jaren al heel wat campagnes voor gehouden.
Dubbele ontkenning: Hoe kun je voorkomen dat er geen fouten worden gemaakt?

Slide 20 - Tekstslide

Feyenoord en Ajax zullen altijd elkaars grootste aartsrivalen zijn.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
onjuiste herhaling

Slide 21 - Quizvraag

In 2014 is al afgeschaft dat je bij verlies van je ID-kaart geen boete hoeft te betalen.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
onjuiste herhaling

Slide 22 - Quizvraag

De familie Delfgaauw was dolgelukkig, want op het winnen van de straatprijs in de postcodeloterij had ze absoluut niet op gerekend.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
onuiste herhaling

Slide 23 - Quizvraag

Hen


Als het een lijdend voorwerp is.
Ik zie hen al van verre aankomen (lvw = wie/wat + pv +ond)

Bij een meewerkend voorwerp met een voorzetsel (mvw: aan wie/voor wie + ond + gezegde)
Je moet aan hen vragen of ze op je verjaardagsfeestje komen.
Hun

Als het gaat om een bezittelijk voornaamwoord:
Dat is hun boek.


Bij een meewerkend voorwerp zonder voorzetsel.
Je moet hun ook vragen om op je verjaardagsfeestje te komen.
Hen of hun?

Slide 24 - Tekstslide

Hoewel de politie ..... diverse keren sommeerde het terrein te verlaten, gaven de activisten hun verzet niet op, waarop de agenten hen arresteerden.
A
hen
B
hun

Slide 25 - Quizvraag

‘Als u straks met de overige juryleden overlegt, kunt u dan aan hen voorstellen de kandidaat toe te laten tot de tweede ronde?’ vroeg de presentator aan de voorzitter, die antwoordde: ‘Die suggestie zal ik .... zeker doen.’
A
hen
B
hun

Slide 26 - Quizvraag

De bendeleden hielden vol dat de inbraak niet door een van .... gepleegd was.
A
hen
B
hun

Slide 27 - Quizvraag

Plaats hier een alinea uit je betoog ter controle van je formulering.

Slide 28 - Open vraag

Kun je nu een goed artikel schrijven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Schrijf nu je eigen artikel (opdracht 5).

Lever deze in in Classroom voor een tussentijdse check.

Slide 30 - Tekstslide

Heb je vragen?

Slide 31 - Open vraag

Maak een mindmap van de
theorie (zie Classroom).
Plaats de afbeelding hier:
timer
15:00

Slide 32 - Open vraag