In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Practice makes perfect
Let's double check:
Test grammar
Test words
Slide 1 - Tekstslide
Choose the answers you think are correct. If you're not sure try to guess and trust your gut! (vertrouw ook op je buikgevoel als je iets niet meer weet)
Slide 2 - Tekstslide
Jari and Thijs are working very hard.
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 3 - Quizvraag
Je gebruikt de present continuous bij simpele feitjes, gewoontes en regelmaat
A
True
B
False
Slide 4 - Quizvraag
Oskari shoots an arrow from his bow.
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 5 - Quizvraag
Het lijdend voorwerp (object) vind je door te vragen met wie/wat iets gebeurd.
A
True
B
False
Slide 6 - Quizvraag
Als je iets aan iemand of iets geeft is diegene die het krijgt het meewerkend voorwerp. (MV)
A
True
B
False
Slide 7 - Quizvraag
.... gave .... a biscuit for his good work!
A
I, he
B
me, him
C
I, him
D
him, I
Slide 8 - Quizvraag
Translate this sentence: De president is niet de hoofdpersoon in het boek Big Game.
Slide 9 - Open vraag
Translate this sentence: Denk jij dat op olifanten jagen goed is?
Slide 10 - Open vraag
Translate this sentence: Weet je de betekenis van dat woord?
Slide 11 - Open vraag
Translate this sentence: Zij zijn niet aan het werken nu.
Slide 12 - Open vraag
Vragen over de toetsstof
Slide 13 - Woordweb
How do you think you will do on the test? <-- not very good and --> very good!