Opdrachten Leerdoel 5

Opdrachten Leerdoel 5
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opdrachten Leerdoel 5

Slide 1 - Tekstslide

Karin heeft een bedrag van €65,- op haar spaarrekening. Ze spaart iedere week €10,-.

Wat is het startgetal?
A
0
B
10
C
65
D
75

Slide 2 - Quizvraag

Karin heeft een bedrag van €65,- op haar spaarrekening. Ze spaart iedere week €10,-.

Wat is het hellingsgetal?
A
0
B
10
C
65
D
75

Slide 3 - Quizvraag

Karin heeft een bedrag van €65,- op haar spaarrekening. Ze spaart iedere week €10,-.

Welke formule hoort hierbij? a is aantal weken en b is bedrag
Tip: Gebruik je vorige 2 antwoorden.
A
b = a x 65 + 10
B
b = a x 10 + 65
C
b = 65 + a x 10
D
b = 10 + a x 65

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het startgetal van grafiek A?
A
0
B
20
C
40
D
60

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal van grafiek A?
A
0
B
20
C
40
D
60

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de formule van grafiek A?

Tip: Gebruik je vorige 2 antwoorden.
A
y = 20 + 40x
B
y = 40 + 20x
C
y = 20x + 40
D
y = 40x + 20

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het startgetal van grafiek B?
A
0
B
20
C
40
D
60

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal van grafiek B?
A
0
B
20
C
-20
D
60

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de formule van grafiek B?

Tip: Gebruik je vorige 2 antwoorden.
A
y = 60 - 20x
B
y = -20 + 60x
C
y = 60x - 20
D
y = -20x + 60

Slide 10 - Quizvraag

Dion had een tekort op zijn spaarrekening en spaart nu een vast bedrag per maand.

Hoeveel euro was het tekort?
A
0
B
50
C
25
D
75

Slide 11 - Quizvraag

Dion had een tekort op zijn spaarrekening en spaart nu een vast bedrag per maand.

Hoeveel euro spaart hij per maand?
A
0
B
50
C
25
D
75

Slide 12 - Quizvraag

Dion had een tekort op zijn spaarrekening en spaart nu een vast bedrag per maand.

Wat is het startgetal en het hellingsgetal?
A
startgetal: 75; hellingsgetal: 50
B
startgetal: 50; hellingsgetal: -50
C
startgetal: -50; hellingsgetal: 50
D
startgetal: 50; hellingsgetal: 50

Slide 13 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de grafiek?
b = ...

Tip: Gebruik je antwoord op de vorige vraag.

Slide 14 - Open vraag

Welke formule hoort bij deze grafiek?


Tip: Zoek eerst het startgetal en het hellingsgetal.
A
y = 8 + 4x
B
y = 4 + 12x
C
y = 4 + 4x
D
y = 4 + 8x

Slide 15 - Quizvraag

Welke formule hoort bij deze grafiek?

Slide 16 - Open vraag

Welke formule hoort bij deze grafiek?

Slide 17 - Open vraag

Sleep de hellingsgetallen en de startgetallen naar de juiste grafiek. 
hellingsgetallen
startgetallen
-5
-2
-3
8
5
25

Slide 18 - Sleepvraag

Welke formule hoort bij de grafiek?
A
y = 5 + 3x
B
y = 5 - 3x
C
y = 3 - 5x
D
y = 3 + 5x

Slide 19 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de grafiek?
A
y = 8 + 2x
B
y = 2 - 8x
C
y = 8 - 2x
D
y = 8 - 4x

Slide 20 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de grafiek?

Slide 21 - Open vraag

Welke formule hoort bij de grafiek?

Slide 22 - Open vraag

Sluit deze les en open 'Test leerdoel 5' om te kijken of je dit leerdoel beheerst. 

Succes! 

Slide 23 - Tekstslide