21/22 H4 wk 43 les 1 en 2 arg leer + tekst 2

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf: 
Cijfers schrijftoets + bespreken
Toetsstof + planning

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Argumentatie: 
          -Standpunt, argument, argumentatie
          -Feitelijke en waarderende argumenten
          -Argumentatieschema's 
          -Argumentatiestructuur: argument + subargument
          -(Drogredenen)

Slide 3 - Tekstslide

Deze les:
-Aan het einde van de les kun je via meerkeuzevragen de verschillende drogredenen herkennen en argumentatiestructuren opstellen (herhaling).
-Aan het eind van de les weet je hoe je een tekst moet 'voorberwerken' met het oog op de toets.

Slide 4 - Tekstslide

4 basisstructuren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
  3. Nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
  4. Onderschikkende argumentatie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 7 - Quizvraag

CSG Liudger is voor leerlingen van alle leeftijden een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 8 - Quizvraag

Stelling
Argument 1
Argument 2
Zij heeft ruime ervaring in het basisonderwijs
Deze sollicitante is zeker geschikt voor de functie van hoofdonderwijzer.
De school wil het aantal vrouwelijke docenten vergroten.

Slide 9 - Sleepvraag

Welk argumentatieschema past hierbij:

Vegetarisch eten is de oplossing voor ons milieuprobleem. Er komt minder co2 uitstoot uit de veeteelt, dierenmest zit namelijk boordevol co2. Daarnaast kan de landbouwgrond direct voor voedsel voor mensen worden gebruikt. Het is inefficiënt om land te gebruiken voor dierenvoer i.p.v. menseneten.


A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Trump moet worden afgezet. Hij is een bedreiging voor de wereldvrede. Hij heeft een Iraanse leider laten bombarderen. Ook doet hij opruiende uitspraken, waar andere wereldleiders door geïrriteerd raken. Hij draagt bij aan haat door bepaalde bevolkingsgroepen in een kwaad daglicht te stellen.
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Drogredenen

Slide 12 - Tekstslide

"Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Het is dus heel logisch dat ze niet opletten tijdens de les."

Welke drogreden is dit?
A
Vals dilemma
B
Onjuiste vergelijking
C
Onjuist beroep op oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 13 - Quizvraag

"Mijn buurman zal wel mijn bestelde Nikes gejat hebben. Hij heeft namelijk geen baan."

Welke drogreden is dit?
A
Onjuist beroep op kenmerk
B
Onjuiste vergelijking
C
Onjuist beroep op oorzaak-gevolg
D
Onjuist beroep op voorbeeld

Slide 14 - Quizvraag

"Ik zou echt nóóit een hond willen. Wist je dat je z'n drollen moet oprapen buiten? Gátver!"

Welke drogreden is dit?
A
Onjuist beroep op kenmerk
B
Onjuist beroep op voor- en nadelen
C
Onjuist beroep op oorzaak-gevolg
D
Onjuist beroep op voorbeeld

Slide 15 - Quizvraag

"Ik haal vast een onvoldoende voor deze toets. Toen ik vanochtend een wandeling maakte, kwam ik een zwarte kat tegen en liep ik onder een ladder door."

Welke drogreden is dit?
A
Onjuist beroep op kenmerk
B
Onjuist beroep op voor- en nadelen
C
Onjuist beroep op oorzaak-gevolg
D
Onjuist beroep op voorbeeld

Slide 16 - Quizvraag

"Ik wil ook een scooter! Cilindra kreeg er ook een van háár ouders."

Welke drogreden is dit?
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Onjuist beroep op vergelijking
C
Onjuist beroep op oorzaak-gevolg
D
Onjuist beroep op voorbeeld

Slide 17 - Quizvraag

"Jullie moeten allemaal een boek per week lezen. Dat lijkt me toch volstrekt normaal?!"

Welke drogreden is dit?
A
Ontduiken van bewijslast
B
Vals dilemma
C
Vertekenen van standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 18 - Quizvraag

"Amsterdam-Oost is de leukste buurt van de stad."

"Dat zeg je ook alleen maar omdat je er zelf woont."

Welke drogreden is dit?
A
Ontduiken van bewijslast
B
Vals dilemma
C
Vertekenen van standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 19 - Quizvraag

"Amsterdam-Oost is de leukste buurt van de stad."

"Dus jij vindt dat ik in een slechte buurt woon?"

Welke drogreden is dit?
A
Ontduiken van bewijslast
B
Vals dilemma
C
Vertekenen van standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 20 - Quizvraag

"Amsterdam: je houdt ervan, of je haat het er!"


Welke drogreden is dit?
A
Ontduiken van bewijslast
B
Vals dilemma
C
Vertekenen van standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 21 - Quizvraag

"We moeten op school nu opeens afstand houden, dat slaat toch nergens op?!"


Welke drogreden is dit?
A
Ontduiken van bewijslast
B
Vals dilemma
C
Vertekenen van standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 22 - Quizvraag

"Ik vind dat de lockdown niet moet worden verlengd, punt."


Welke drogreden is dit?
A
Ontduiken van bewijslast
B
Vals dilemma
C
Vertekenen van standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 23 - Quizvraag

"Die mondkapjes zijn echt klinkklare nonsens. Als je gewoon je research doet, net als ik, dan zou je dat ook vinden."


Welke drogreden is dit?
A
Ontduiken van bewijslast
B
Vals dilemma
C
Vertekenen van standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 24 - Quizvraag

Tekst 2 De vaporfly
Verkennend lezen:
Tekstsoort: betoog, tekstdoel: overtuigen
Auteurs: marathonlopers
Opbouw: lead, tussenkopjes

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht:
1. Welke alinea of alinea's vormen de inleiding? Reken de lead niet mee.
2. Welke alinea of alinea's vormen het slot?
3. Wat leer je van de eerste zin van alinea 3? 
4. In welke alinea wordt het standpunt verwoord dat ook al in de lead stond?
5. In welke alinea staat het belangrijkste argument daarbij?
6. Wat is (dus) de functie van alinea 3 t/m 5?

Slide 26 - Tekstslide

De opdrachten:
-Opdracht 8: pak indien nodig de theorie erbij, óók par. 5.9 bijv.
-Opdracht 9: 

Slide 27 - Tekstslide

Opdrachten (vervolg)
-Opdracht 10: pak par. 10.5 en 10.6 er nog eens bij!
          overslaan 10b, 10g
-Opdracht 11: overslaan
-Opdracht 12: c overslaan
-Klaar? Lezen tekst 3, maken 13c, 14 t/m 16

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide


Slide 31 - Open vraag


Slide 32 - Open vraag


A

Slide 33 - Quizvraag


A

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Woordweb

Ze zijn wel degelijk geëngageerd is een:
A
Stelling
B
Hoofdargument
C
Subargument

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de stelling van Katinka Polderman
A
Gedichten zijn geen kunst
B
Mensen met atheneum doen vaak onnodig interessant

Slide 37 - Quizvraag

Blanken hebben geen ritmegevoel.
Welke drogredenering is hier gebruikt?
A
Persoonlijke aanval
B
Vals dilemma
C
Overhaaste generalisatie
D
Onjuist kenmerk/eigenschap

Slide 38 - Quizvraag

Ben je klaar voor de proefwerkweek?
A
Ja
B
Bijna
C
Nee

Slide 39 - Quizvraag