Woordjes 3.1 en meervoud

Hoe zet je een Engels woord in het meervoud?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Hoe zet je een Engels woord in het meervoud?

Slide 1 - Open vraag

Wat is het meervoud van

lady
A
ladys
B
lady's
C
ladies

Slide 2 - Quizvraag

wat is het meervoud van

dog
A
dogs
B
dog's
C
doggs

Slide 3 - Quizvraag

wat is het meervoud van
book

Slide 4 - Open vraag

wat is het meervoud van

banana
A
banana's
B
bananas
C
pineapple

Slide 5 - Quizvraag

wat is het meervoud van

scarf
A
scarves
B
scarfs
C
scarf's

Slide 6 - Quizvraag

wat is het meervoud van
city

Slide 7 - Open vraag

Woordjes
unit 3.1

Slide 8 - Woordweb

vertaal in het Engels

seizoen

Slide 9 - Open vraag

vertaal in het Engels

handschoen

Slide 10 - Open vraag

vertaal in het Engels

alleen

Slide 11 - Open vraag

vertaal in het Engels

fel

Slide 12 - Open vraag

vertaal in het Nederlands

trousers

Slide 13 - Open vraag

vertaal in het Nederlands

safe

Slide 14 - Open vraag