6.5 Luisteren naar - zorgen voor
Na sommige
werkwoorden gebruiken we een ander woordje. Bijvoorbeeld: aan, in, met, naar, op, over, uit, voor.
Dit zijn voorzetsels.
- Laura luistert naar de radio.
- Karen denkt aan haar moeder.
- Juan komt uit Spanje.
- De buren zorgen soms voor onze kat.