Tradities - Op bedevaart

• Studielessen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/laptop voor je

       Start je Chromebook/laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in je tas of in je jas

       Pak je opdrachtenboekje en een pen/potlood

      

Leerdoelen

Aan het einde van de les...

• kan ik vertellen wat verwijswoorden zijn en hier voorbeelden bij noemen.

Wat weet je nog van het filmpje uit de vorige les?

Weet je nog wat voorzetsels zijn?
Kun je voorbeelden geven?

Herhaling

Een voorzetsel is een woord dat samen met een ander woord (meestal) plaats en richting bepaalt, zoals:

Het mannetje zit onder de tafel.

Verwijswoorden

Verwijswoorden verwijzen meestal...

• terug naar een woord dat al eerder genoemd is.
• vooruit naar een woord dat nog genoemd gaat worden.

Voorbeeld:

Mijn vriendin en ik zien elkaar elke dag.

Vandaag gaan wij samen huiswerk maken.

Waarnaar verwijst het woord 'wij'?

Even checken

Er volgen nu vijf vragen met verwijswoorden.

Onthou hoeveel vragen jij GOED beantwoordt. 

Fatma draaide zich om. Was het Els, die ze in de verte aan zag komen?

Naar wie verwijst 'ze'?

1. Fatma
2. Els

Met een betraand gezicht vertelde Els aan Fatma wat haar ouders besloten hadden.

De ouders van wie?

1. Fatma
2. Els

Samen gingen ze het gesprek aan met Els haar ouders. Die namen alle tijd om te praten.

Naar wie verwijst 'die'?

1. Fatma
2. Els
3. De ouders van Els
4. De ouders van Fatma

De ouders van Els luisterden goed naar Fatma en Els en de argumenten die ze aanvoerden.

Naar wie verwijst 'ze'?

1. De ouders van Els
2. Fatma en Els

De moeder van Els was het er niet helemaal mee eens, maar toch gaf ze haar toestemming.

Naar wie verwijst 'haar'?

1. Fatma
2. Els
3. De moeder van Els

Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?

05

Instructie 

We verdelen ons in twee groepen:

1. 
   
   
2. 
   

Heb je 4 of 5 vragen goed beantwoord?

Dan maak je nu opdracht 6 en 7.

Je werkt met degene die naast je zit.

Heb je minder dan 4 vragen goed beantwoord?

Dan doe je mee met de uitleg van de docent.

0

Instructie 

Je gaat nu starten met 'DE TWEEDE RONDE'. 

Je werkt met degene die naast je zit.

Vond je het filmpje nog lastig, dan werk je samen met

de docent.

Aan de slag!

Maak opdracht 6 en 7 samen met je schoudermaatje.

Nakijken

Wissel van werkblad met een ander tweetal.

Kijk het werk van elkaar na.

Doe dit met een andere kleur.

Nakijken

Wissel van werkblad met een ander tweetal.

Kijk het werk van elkaar na.

Doe dit met een andere kleur.

Nakijken

Wissel van werkblad met een ander tweetal.

Kijk het werk van elkaar na.

Doe dit met een andere kleur.

Feedback geven

Bespreek samen de fouten die gemaakt zijn.

Hoe kun je hier op een nette en aardige manier over praten?

Denk hier samen over na.

Feedback geven

Geef de werkbladen aan elkaar terug.

Luister goed: welke tips en tops krijg je terug?

Welk cijfer geef je de feedback die je hebt gekregen?

010

Welk cijfer heb je net gegeven?
Hoe komt dat?

Hoe vind je het om elkaar feedback (tips en tops) te geven over het werk?

😒🙁😐🙂😃