In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
Unit 4 - Klas 1
Present Simple
Altijd
Regelmatig
Nooit
Present Simple
Altijd - Regelmatig - Nooit
Slide 1 - Tekstslide
Kun je iets bedenken dat altijd gebeurt?
Slide 2 - Woordweb
Kun je iets bedenken dat regelmatig gebeurt?
Slide 3 - Woordweb
Kun je iets bedenken dat nooit gebeurt?
Slide 4 - Woordweb
Present Simple
De present simple is een werkwoordstijd in het Engels die gebruikt wordt om te spreken over feiten, gewoontes en actiesdie altijd, regelmatig of nooit voorkomen.
In het Nederlands staat de present simple bekend als de onvoltooid tegenwoordige tijd.
Slide 5 - Tekstslide
Water
Fact: Water boils at 100 degrees Celsius
Slide 6 - Tekstslide
Hoe maak je de Present Simple?
I work
Do I work?
I don't work
You work
Do you work?
You don't work
He/She/It works
Does he/she/it work?
He/She/It doesn't work
We work
Do we work?
We don't work
You work
Do you work?
You don't work
They work
Do they work?
They don't work
Hoe maak je de Present Simple?
Slide 7 - Tekstslide
Altijd
Always
100%
It's always dark at night.
Bijna altijd
Almost always
95%
I almost always eat breakfast.
Meestal
Usually
75%
Mike usually gets up late.
Vaak
Often
50%
We often exercise in the morning.
Soms
Sometimes
25%
They sometimes go to Starbucks.
Zelden
Rarely
5%
I rarely see him.
Nooit
Never
0%
The sun never sets in the East.
Slide 8 - Tekstslide
Choose the correct answer: Maria usually ______ her bike to school.
A
is riding
B
ride
C
don't ride
D
rides
Slide 9 - Quizvraag
Choose the correct answer: Josh __________ cupcakes.
A
like
B
don't like
C
doesn't like
D
don't likes
Slide 10 - Quizvraag
Choose the correct answer: ____________ books from the library?