Werkruimte gereed

Werkruimte gereed
Voordat je werkzaamheden uit kunt voeren moet een ruimte klaar zijn voor gebruik
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werkruimte gereed
Voordat je werkzaamheden uit kunt voeren moet een ruimte klaar zijn voor gebruik

Slide 1 - Tekstslide

Doelstellingen
Aan het eind van de les weet je meer over:
- Een reservering voor een bijeenkomst of vergadering.
- Tafelopstellingen bij bijeenkomsten en vergaderingen.
- Hulpmiddelen die gebruikt worden tijdens een bijeenkomst of vergadering.
- Het klaarzetten van koffie en thee.
- Weet je wat een draaiboek en checklist is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent reserveren?
A
De hulpmiddelen aansluiten voor een vergadering.
B
Een afspraak maken met de opdrachtgever.
C
Een vergaderruimte mooi maken met versiering.
D
Van tevoren afspreken dat je van de ruimte gebruik kunt maken.

Slide 3 - Quizvraag

Stel je krijgt de opdracht om een ruimte te reserveren. Welke onderwerpen zijn dan belangrijk om vooraf te weten?

Slide 4 - Open vraag

Wat houden de volgende ondewerpen in?
1.
2.
3.
4.
5.
6.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een tafelopstelling?

Slide 6 - Open vraag

De volgende gegevens heb je nodig om een tafelopstelling te maken.
- Wat voor soort vergadering is het?
- Hoeveel deelnemers zijn er?
-Welk meubilair is beschikbaar?
-Hoe groot is de ruimte?

Slide 7 - Tekstslide

Voorzitter
Een voorzitter is iemand die een leidinggevende functie heeft tijdens een vergadering.

Slide 8 - Tekstslide

Gesloten carré of vierkante tafel
Voordeel:
Iedereen heeft een gelijke plaats. Bij een vierkante opstelling hebben alle deelnemers goed overzicht
.
Nadeel:
Niet geschikt voor grote groepen. De afstand tussen de deelnemers wordt dan te groot en de tafels nemen teveel ruimte in beslag.

Slide 9 - Tekstslide

Gesloten langwerpige tafel.
Voordeel:
De deelnemers zitten dicht op elkaar en hebben hierdoor goed overzicht.

Nadeel:
Niet handig voor grote groepen omdat de voorzitter dan te weinig overzicht heeft.

Slide 10 - Tekstslide

Ronde tafel
Voordeel:
Iedereen heeft een gelijke plaats. Aan een ronde tafel hebben alle deelnemers goed overzicht.

Nadeel:
Een ronde tafel kun je maar voor maximaal 12 deelnemers gebruiken en een ovale tafel voor maximaal 20 deelnemers.

Slide 11 - Tekstslide

T-vorm
Voordeel: 
Er is een duidelijke hiërarchie. Hiërarchie geeft aan dat niet iedereen aan tafel dezelfde positie heeft. De ene persoon heeft een belangrijkere positie dan de ander. De voorzitter zit aan het hoofd van de tafel. De opstelling is te gebruiken voor grote groepen.
Nadeel:
De deelnemers zitten verder uit elkaar en bij deze vorm kunnen ze elkaar niet direct aankijken. Hierdoor wordt overleggen lastiger.

Slide 12 - Tekstslide

De U-vorm
De U-vorm heeft dezelfde voor- en nadelen als T-vorm alleen hierbij kun je elkaar wel aankijken.

Hoe zou de U-vorm eruit zien?

Slide 13 - Tekstslide

Theateropstelling
Voordeel:
De deelnemers kunnen de spreker goed zien en hierdoor ook goed luisteren naar de spreker. De opstelling is te gebruiken voor grote groepen.
Nadeel:
Deelnemers kunnen elkaar vaak niet direct aankijken. Hierdoor wordt overleggen en discussieren lastiger. Bij de theateropstelling hebben deelnemers geen tafel om te schrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Klasopstelling
Voordeel:
De deelnemers kunnen de spreker goed zien en hierdoor ook goed luisteren naar de spreker. De opstelling is te gebruiken voor grote groepen.
Nadeel:
Deelnemers kunnen elkaar vaak niet direct aankijken. Hierdoor wordt overleggen en discussiëren lastiger. 

Slide 15 - Tekstslide

Welke hulpmiddelen zouden er nodig kunnen zijn bij een vergadering?

Slide 16 - Open vraag

Hoe wordt het verzorgen van eten en drinken tijdens een vergadering genoemd?
A
Vergaderplanning
B
Catering
C
Service
D
Noodzakelijk

Slide 17 - Quizvraag

De meest gebruikte hulpmiddelen
- Beamer en scherm                                                                                        - Microfoon
- Whiteboard                                                                                                        - Digbord
- Flipover                                                                                                                - Laptop

Slide 18 - Tekstslide

Je leidinggevende heeft een presentatie op zijn laptop gemaakt. Hij wil de vergadering laten zien. Welk hulpmiddel is daarvoor nodig?
A
Een beamer
B
Een dvd-speler met beeldscherm
C
Een geluidsinstallatie
D
Een white-board

Slide 19 - Quizvraag

Een draaiboek
In een draaiboek staan alle werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden in een juiste volgorde.

Slide 20 - Tekstslide

In een draaiboek staan de volgende gegevens:
- Wanneer de taak moeten worden uitgevoerd;
- Wat de taak is;
- Wie de taak moet uitvoeren;
- Waar de taak moet worden uitgevoerd.

Slide 21 - Tekstslide

In een draaiboek staan de taken op chronologische volgorde. Welke taken staan bovenaan wanneer je de taken in chronologische volgorde zet?
A
De taken die gedaan zijn.
B
De taken die als eerst uitgevoerd moeten worden.
C
De taken die als laatst uitgevoerd moeten worden.
D
De taken die het belangrijkste zijn.

Slide 22 - Quizvraag

In een kopje koffie zit ongeveer 125 ml. Hoeveel kopjes kun je uit een thermoskan van 2 liter halen.
A
4
B
8
C
16
D
20

Slide 23 - Quizvraag

Welke verschillende koffie kennen jullie?

Slide 24 - Open vraag

Bij welke koffie serveer je ook melk?
A
Espresso
B
Cappucino
C
Normale koffie
D
Latte macchiato

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het voordeel van een theateropstelling?
A
De opstelling is geschikt voor kleine groepen.
B
Deelnemers kunnen de spreker goed zien.
C
Deelnemers kunnen elkaar goed aankijken.
D
Deelnemers kunnen goed met elkaar overleggen.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is belangrijk als je opdracht krijgt tijdens je examen?

Slide 27 - Tekstslide