Voedselketen en ontstaan dieren soorten

Voedselketen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Voedselketen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 

  • Je kunt voorbeelden geven van producenten, consumenten en reducenten

  • Je leert hoe de indeling van ons dierenrijk is ontstaan

  • Je kunt een voedselketen maken waarin minimaal één planteneter, één vleeseter en één alleseter voorkomt. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we al?
Een korte Quiz om te kijken wat we allemaal al weten

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noem je een dier wat andere dieren en planten eet?
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Flexitarier
D
Herbivoor

Slide 4 - Quizvraag

Kan een plant boven aan de voedselketen staan?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Wie of wat is Charles Darwin?
A
Een influenceer
B
Een bioloog
C
Een roofdier in de diepzee
D
Een dolfijn in Harderberg

Slide 6 - Quizvraag

is dit een echt dier?
A
B
C
ja
D
nee

Slide 7 - Quizvraag

Welk dier staat bovenaan de voedselketen? mensen niet meegerekend
A
de dolfijn Charles Darwin
B
een leeuw
C
bacteriën
D
een beer

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Voedselketen
Een voedselketen is een reeks met soorten waarin elke soort wordt opgegeten door de soort die erop volg.

De pijl betekent "wordt gegeten door".

Slide 10 - Tekstslide

Voedselketen
Elke soort in een voedselketen noem je een schakel

De eerste schakel is altijd een plant, omdat planten hun eigen voedsel produceren. 

De schakels die volgen zijn altijd dieren.

In een voedselketen komen geen schimmels en bacteriën (reducenten) voor.

Slide 11 - Tekstslide

Maak een kloppende voedselketen

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video

Producent   -    consument    -   reducent

Slide 14 - Tekstslide

Producent = Planten, door fotosynthese maken zij zelf glucose en vervolgens zetmeel, eiwitten en vetten.

Slide 15 - Tekstslide

Consumenten = dieren, zij moeten planten of andere dieren eten om aan voedsel te komen.

Slide 16 - Tekstslide

Reducenten = schimmels en bacteriën, zij breken dode resten van organismen af.

Slide 17 - Tekstslide

Consument
Producent
Reducent

Slide 18 - Sleepvraag

Consumenten
Planteneters = eten alleen planten. Zijn de tweede schakel in een voedselketen.

Vleeseters = eten alleen andere dieren. Zijn altijd pas na de tweede schakel in de voedselketen.

Alleseters = eten planten en dieren.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Ik heb iets nieuws geleerd door deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Tekstslide