In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
5.4 De Nederlandse Opstand
Periode 1
Week 2
Les 1
Introductie
4 HAVO
Slide 1 - Tekstslide
Programma
1. Herhalen KA 19, 20, 21, 22 (20 min)
2. Leerdoelen 16, 17
3. Maken leerdoel-opdrachten
- Pauze -
4. Bespreken leerdoelen 16, 17
6. Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Leg uit wat heliocentrisch betekent.
Slide 3 - Open vraag
Leg uit hoe de Noordelijke Renaissance tot uiting kwam.
Slide 4 - Open vraag
Noem twee doelen die de Portugezen/Spanjaarden hadden met hun Europese overzeese expansies
Slide 5 - Open vraag
Verklaar de relatie tussen handelswaar die de Portugezen uit west-Afrika haalden en de opkomst van suikerplantages in Brazilië
Slide 6 - Open vraag
Leg uit welke gevolg Luthers protest had voor west-Europa
Slide 7 - Open vraag
Een bewering: Zonder de uitvinding van de boekdrukkunst was er geen protestantse Reformatie gekomen. Geef een argument voor en een argument tegen deze bewering.
Slide 8 - Open vraag
Kenmerkend aspect 23
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen week 4/5 - (KA 23)
16. Je kunt kort het bestuur in de Nederlanden in 1500 beschrijven aan de hand van de begrippen: landsheer, stadhouder en Staten.
17. Je kunt vier redenen noemen voor toenemende onvrede over het beleid van Filips II in de Nederlanden.
Slide 10 - Tekstslide
Lezen & maken (20 min)
Lezen:
- Het ontstaan van de Opstand
Maken:
- Geef antwoord op leerdoel 16, 17
Slide 11 - Tekstslide
1566 Het Smeekschrift
Lagere edelen bieden op 5 april 1566 aan de landvoogdes Margaretha van Parma het Smeekschrift aan.
Ze vroegen hierin dat zij de Staten-Generaal bijeen te roepen om de politieke en religieuze problemen in de Nederlanden op te lossen.
Margaretha laat tijdelijk de plakkaten, inquisitie stopzetten tot een beslissing van Filips II.
Slide 12 - Tekstslide
Beeldenstorm 1566
Hagenpreken --> Beeldenstorm
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Willem prins van Oranje-Nassau
Willem gevlucht naar Duitsland.
1568 Slag bij Heiligerlee, legers Alva+ Willem van Oranje in de Nederlanden=> begin Nederlandse Opstand.
1572: Willem van Oranje mag als prins kapersbrieven geven aan watergeuzen.
1 april 1572 watergeuzen nemen Den Briel in: Hol., Zee. steden kiezen kant Opstand, meer geld naar Opstand en benoemen W.v.O. als stadhouder. Hoop opstandelingen dat Spanje is te verslaan.
Slide 15 - Tekstslide
Doel 16
- De Nederlanden hadden één landsheer (vorst), maar vormden verder geen eenheid.
- De landsheer was in elk gewest apart hertog of graaf en benoemde er vaak een plaatsvervanger: de stadhouder.
- Alle gewesten hadden eigen wetten en privileges en een eigen bestuur, de Staten. Ook de steden bestuurden zichzelf.
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoel 17
(1) Filips ging door met de centralisatiepolitiek,
(2) trad harder op tegen het protestantisme (calvinisme)
(3) vroeg voor een oorlog tegen Frankrijk hoge belastingen en
(4) benoemde op hoge posities vertrouwelingen van buiten de Nederlanden.
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoel 18/19
18. Je kunt uitleggen wat de Unie van Utrecht is.
19. Je kunt beschrijven wat het plakkaat van Verlatinghe was.
Slide 18 - Tekstslide
Zelfstandig aan de slag
- Lees alle theorie van 5.4
- Maak 1 tot en met 6
Slide 19 - Tekstslide
18 de Unie van Utrecht
Militair en politiek bondgenootschap van een groot deel van de Nederlanden tegen Spanje (1579).
Slide 20 - Tekstslide
19 Plakkaat van Verlatinghe (1581)
De zeven gewesten besloten Filips niet meer als vorst te erkennen.
Slide 21 - Tekstslide
Wat is geen oorzaak van de Nederlandse Opstand?
A
Centralisatie.
B
Kettervervolgingen.
C
Reformatie.
D
Armoede.
Slide 22 - Quizvraag
Opdracht tijdlijn - Nederlandse Opstand
- Maak in tweetallen een tijdlijn
- Begin bij het jaartal 1566
- Eindig in 1648 (tijdvak 6)
- Maak gebruik van paragraaf 5.4 uit geschiedeniswerkplaats