4m 11.3 oog bvj max

11.3 De ogen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.3 De ogen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblikvragen
Uitleg 11.3
video
opdrachten
vragen

Slide 2 - Tekstslide

vragen op je scherm over de leerstof

Slide 3 - Tekstslide

Wat maken zintuigcellen?
A
Zintuigen
B
Zenuwen
C
Impulsen
D
Spieren

Slide 4 - Quizvraag

Een impuls is?
A
Een elektrisch stroompje
B
Een berichtje uit je omgeving

Slide 5 - Quizvraag

Een prikkel is......?
A
Informatie uit je omgeving
B
Een zintuig
C
Een impuls
D
Een signaal

Slide 6 - Quizvraag

Schuif naar 
de juiste plek
Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Zenuwen

Slide 7 - Sleepvraag

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 8 - Sleepvraag

In welke laag van de huid vind je de zweetklieren?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Kiemlaag

Slide 9 - Quizvraag

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
Nat houden van de huid
B
Soepel houden van de huid
C
Afkoeling van de huid
D
Heel veel zweten

Slide 10 - Quizvraag

11.3 ogen
aantekeningen met een vakje eromheen
schrift/blaadje/Document

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bouw van het oog
Wenkbrauwen: bescherming tegen zweet/vocht. 
Wimpers: bescherming tegen vuil/fel licht. 
Traanklier: maakt traanvocht 
Traanvochtzorgt ervoor dat je ogen niet uitdrogen
Ooglid: verspreidt traanvocht over de ogen
Traanbuis: brengen traanvocht naar de neusholte

Slide 13 - Tekstslide

Hoe worden je ogen beschermd?
1: wenkbrauwen, oogleden, wimpers

2: traanklier

3: oogkassen

Slide 14 - Tekstslide

ZELF INVULLEN!!

Slide 15 - Tekstslide

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Video

Wat vertelde ze in het filmpje?
1: wenkbrauwen, oogleden, wimpers

2: traanklier

3: oogkassen

Slide 18 - Tekstslide

Buitenkant van het oog

Harde oogvlies: het witte deel, beschermt de binnenkant van het oog 
Iris: gekleurde deel van het oog, beschermt het oog tegen te veel licht
Pupil: zwarte rondje in de iris, hier komt het licht binnen 
Hoornvlies: doorzichtig laagje, beschermt de iris 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Binnenkant van het oog
Lens: zorgt ervoor dat je dingen scherp kan zien (beeld scherp op netvlies plaatsen)
Glasachtig lichaam: geleiachtige vloeistof, houdt alles op zijn plek
Oogzenuw: vervoert impulsen naar de grote hersenen
Oogspieren: laten je oog draaien

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Binnenkant van het oog
Het oog bestaat uit 3 lagen:
Netvlies: binnenste laag met zintuigcellen die lich opvangen en impulsen maken

Vaatvlies: middelste laag met bloedvaten die zorgen voor de voeding/afvoer

Harde oogvlies: buitenste laag
hoornvlies → pupil → lens → glasachtig lichaam → netvlies

Slide 23 - Tekstslide

buitenaanzicht
en lengtedoorsnede

Slide 24 - Tekstslide

Uitwendige bouw van het oog
Wenkbrauwen voorkomen dat zweet in de ogen loopt.

Slide 25 - Tekstslide

VRAGEN!!

Slide 26 - Tekstslide

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies
Vangt lichtprikkels op
Beschermt de oogbol
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog zuurstof en voedingsstoffen geven
Q
R
S
Het oog bestaat uit 3 lagen. 
Sleep de letters en functies naar het juiste vakje

Slide 27 - Sleepvraag

Wat is GEEN onderdeel van het oog ?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Hoornvlies
D
Traanvlies

Slide 28 - Quizvraag

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
netvlies

Slide 29 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 30 - Quizvraag

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 31 - Quizvraag


Welk onderdeel van het oog regelt de hoeveelheid licht in het oog? 
A
Pupil
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 32 - Quizvraag

Huiswerk
11.3 Lees bladzijde 197 en 198
Maak opdrachten § 11.3

Slide 33 - Tekstslide