stap 2 In schijf 1 € 68.508 : 100 x 37,1= € 25.416,47= € 25.416
In schijf 2 € 5.492 : 100 x 49,5= € 2.718,54 = € 2.718
stap 3 In box 1 betaalt Yara in totaal € 25.416 + € 2.718 = € 28.134
Slide 5 - Tekstslide
Drie soorten belastingstelsels
Progressief belastingstelsel: hoger percentage als inkomen hoger is
Proportioneel belastingstelsel: gelijk percentage bij ieder inkomen
Degressief belastingstelsel: lager percentage bij hoger inkomen
proportioneel tarief
progressief tarief
degressief tarief
Slide 6 - Tekstslide
Stappenplan belasting box 3 berekenen
Stap 1: Je trekt het heffingsvrij vermogen van je vermogen af.
Stap 2: Je berekent het fictief rendement over je belastbaar vermogen.
Stap 3: Je berekent belasting over het fictief rendement
Belastbaar vermogen?
Fictief rendement?
Dat bedrag waar je in box 3 mee gaat werken om te berekenen hoeveel belasting je in box 3 moet gaan betalen.
Het bedrag wat de overheid denkt dat je rijker wordt van je spaargeld/beleggingen.
Slide 7 - Tekstslide
Ga er vanuit dat het heffingsvrij vermogen nog 50.000 is en het fictief rendement 1,9% en de belasting 31%.
Hoeveel belasting moet je dan in box 3 betalen als je vermogen 45.000 en hoeveel als je vermogen 90.000 is?
Bij een vermogen van € 45.000 hoef je geen belasting te betalen in box 3 omdat je vermogen minder is dan het heffingsvrij vermogen.
90.000 - 50.000 = € 40.000 belastbaar vermogen
Fictief rendement 40.000 / 100 x 1,9 = € 760
Belasting box 3 760 / 100 x 31 = € 235
Slide 8 - Tekstslide
Rekenen met de heffingskorting
Wanneer de heffingskorting hoger is dan de te betalen loonheffing, dan zal er geen loonheffing worden ingehouden op het salaris. Dit is tot een loon van € 4.260 (2022) en € 5.052 (2023). De grens kun je terugvinden in de witte maandtabel voor de loonheffing (Belastingdienst).
Heb je dan vel vermogen waar je belasting over moet getalen dan moet je dus nog wel inkomsten belasting betalen.