Vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme
Slide 6 - Tekstslide
1. Nationalisme
"Duitsland is het beste land"
"Duitsland moet weer sterk en machtig worden!" --> stoppen V.v.V.
Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.
Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen
Slide 7 - Tekstslide
2. Tegen democratie
Eén sterke leider (Führer) die alle besluiten neemt en die iedereen gehoorzaamt = Führerprincipe
Persoonsverheerlijking = leider als soort god vereren
Slide 8 - Tekstslide
3. Militarisme
Verheerlijken van militaire macht, leger, geweld, strijd en oorlog
Slide 9 - Tekstslide
4. Antisemitisme
= haat tegen Joden
Joden schuldig aan verlies WO I en aan de slechte economie
Rassenleer ( Arische ras = Übermensen en vb. Joden = untermenschen)
Slide 10 - Tekstslide
H3 het interbellum
§3.2 De opkomst van het nationaalsocialisme
B Hitler grijpt de macht
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen §3.2
Je kunt vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme noemen;
Je kunt beschrijven hoe Adolf Hitler de macht greep;
Je kunt met voorbeelden op politiek, sociaal en cultuur gebied uitleggen dat nazi-Duitsland een totalitaire staat was.
Slide 12 - Tekstslide
H3 het interbellum
§3.2 De opkomst van het nationaalsocialisme
B Hitler grijpt de macht
Slide 13 - Tekstslide
Hitler had na de mislukte staatsgreep (1923) besloten om via verkiezingen aan de macht te komen...
Hoe lukt dit 10 jaar later?
Slide 14 - Tekstslide
Duitsland dieptepunt 1933
8 miljoen werklozen
Republiek van Weimar kon problemen niet oplossen --> veel verschillende regeringen
Gunstig voor: NSDAP
Steeds meer aanhangers
Slide 15 - Tekstslide
Hitler belooft:
1. Economisch herstel; werkloosheid oplossen.
2. Stoppen met Vrede van Versailles.
3. Een Duitsland om trots op te zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Gebruik van propaganda
= het maken van reclame voor bepaalde denkbeelden bijv. voor een politieke partij.
Verkiezingsposter NSDAP 1933
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Hitler wordt rijkskanselier
30 januari 1933
Maar had nog geen meerderheid in het parlement..
Slide 19 - Tekstslide
Rijksdagbrand
27 februari 1933
(Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt
opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd.
Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...)
Slide 20 - Tekstslide
Noodtoestand uitgeroepen
- communisten opgepakt
- beperking grondrechten (vrijheid van drukpers/ vereniging)
Hitler meer macht
Slide 21 - Tekstslide
Maart 1933: Nieuwe verkiezingen
NSDAP 44% stemmen (geen meerderheid) Met 2 andere partijen wél meerderheid.
--> Stemden in met wet die Hitler alle macht gaf: de
machtigingswet. Het parlement zet zichzelf hiermee buiten
spel.
Einde democratie / begin dictatuur
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Aan de slag
Slide 24 - Tekstslide
H3 het interbellum
§3.2 De opkomst van het nationaalsocialisme
C Duitsland wordt een totalitaire staat
Slide 25 - Tekstslide
Leerdoelen §3.2
Hoe zat het ook weer met leerdoel 1 en 2?
A: Je kunt vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme noemen;
B: Je kunt beschrijven hoe Adolf Hitler de macht greep;
C: Je kunt met voorbeelden op politiek, sociaal en cultuur gebied uitleggen dat nazi-Duitsland een totalitaire staat was.
Slide 26 - Tekstslide
Leerdoel A:
Je kunt vier belangrijke kenmerken van het nationaalsocialisme noemen
1. nationalistisch
2. tegen democratie
3. militaristisch
4. antisemitisch
Leerdoel B: Je kunt beschrijven hoe Adolf Hitler de macht greep.
1933: Hitler rijkskanselier. Hoe gelukt? Begin 1933, leider van de regering > rijksdagbrand > uitroepen noodtoestand > kon doen wat hij wilde > communisten opgepakt, verbod op socialistische en communistische partijen.
Maart 1933: nieuwe verkiezingen (NSDAP 44% van de stemmen), met 2 andere partijen meerderheid. Hierdoor kon Hitler de democratie afschaffen door de invoering van de machtigingswet.
Slide 27 - Tekstslide
H3 het interbellum
§3.2 De opkomst van het nationaalsocialisme
C Duitsland wordt een totalitaire staat
Slide 28 - Tekstslide
1933: Hitler aan de macht
Duitsland werd een totalitaire staat:
Staat waarin het leven van inwoners volledig wordt beheerst en gecontroleerd door de staat.
Slide 29 - Tekstslide
Kenmerken nazi-Duitsland
dictatuur: alle andere politieke partijen verboden
persoonsverheerlijking
promoten antisemitisme
gelijkschakeling: het onder directe controle brengen van alle organisaties en alle media in Duitsland door de nazi’s. - censuur - propaganda - indoctrinatie - jeugdorganisaties
Slide 30 - Tekstslide
Kenmerken nazi-Duitsland
Terreur
- SA (knokploeg NSDAP) - SS (militaire organisatie NSDAP)
- Geheime dienst (Gestapo)
- Concentratiekampen
Slide 31 - Tekstslide
Triumph des Willens
1935
Hitler maakt graag gebruik van moderne technieken, zoals film.
De belangrijkste Nazi-film is Triumph des Willens,
van Leni Riefenstahl, waarin Hitler zich laat neerzetten als de leider
die Duitsland weer groot zal maken.
Welke begrip past hier bij?
Slide 32 - Tekstslide
Neurenbergse rassenwetten
In de wetten is vastgesteld wie Joods is en wie niet. Dit gaat op basis van afstamming. Als je drie of vier Joodse grootouders hebt, word je gezien als Joods.
Joden gelden niet langer als staatsburgers en kunnen daarom geen aanspraak maken op bepaalde burgerrechten, mogen niet meer stemmen en kunnen niet voor de overheid werken.
Duitsers mogen niet meer met Joden trouwen.
Slide 33 - Tekstslide
Indoctrinatie op scholen
Slide 34 - Tekstslide
9/10 nov 1938: Kristallnacht (nacht van het gebroken glas)
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Aan de slag
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
Dus:
Verklaring voor Hitler's succes:
- Vernedering Verdrag van Versailles: veel Duitsers hadden geen vertrouwen in democratie