De schrijver kan met de tijdsvolgorde spelen, d.m.v. het gebruik van de flashback en de flashforward.
Bij een flashback wordt iets verteld dat eerder is gebeurd. (bijvoorbeeld: “Hij herinnerde zich hoe hij destijds…”).
Een flashforward is het omgekeerde van de flashback. De vooruitwijzing deelt iets mee dat later uitvoeriger aan de orde zal komen (bijvoorbeeld: “Zij realiseerde zich niet hoe belangrijk dit zou blijken te zijn”).
Beide afwijkingen in de tijdsvolgorde doorbreken de chronologie van de gebeurtenissen. Als een verhaal chronologisch is verteld, is het in de juiste tijdsvolgorde verteld.