grammatica

• Nederlands
• ISK

grammatica

Les 1 en 2

Pak een boek!

Het schemerhuis

Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.

Ze leest vaak interessante boeken.

Je houdt van klassieke muziek.

Zij speelt graag met haar vrienden.

We gaan morgen naar het museum.

Hij moet morgen niet werken.

Zij heeft een mooie collectie schilderijen.

Ik ga op de bank televisie kijken.

User

Wat gaan we leren?

-woordvolgorde

-zinnen in meervoud en enkelvoud

Wat gaan we doen?

-inoefening

-zelf bezig met eenvoudige grammatica (schrift)

Peter leest een boek op school.

Peter leest een boek op school elke ochtend.

Wie? Peter

Wat doet hij? Leest een boek

Waar?  Op school

 Wanneer? elke ochtend

Zet in de goede volgorde

oefenen wij met grammatica vandaag

Goede antwoord

Wij oefenen met grammatica vandaag.

Vandaag oefenen wij met grammatica.

Wij oefenen vandaag met grammatica

Zet in de goede volgorde

in de bibliotheek leest Peter een boek elke week

Goede zin

Peter leest een boek in de bibliotheek elke dag.

Elke dag leest Peter een boek in de bibliotheek.

Peter leest elke dag een boek in de bibliotheek.

Zet in de goede volgorde.

controleert het huiswerk de docent op maandag

Goede zin

De docent controleert het huiswerk op maandag.

Op maandag controleert de docent het huiswerk.

De docent controleert het huiswerk op maandag.

Zet in de goede volgorde.

toenemen op Caleido de leerlingen

toenemen= knip woord

toe nemen

Goede zin

De leerlingen nemen toe op Caleido.

Zet in de goede volgorde.

nakijken de docent de toetsen gaat

nakijken= knipwoord

na kijken

Goede zin

De docent gaat de toetsen nakijken.

Enkelvoud vs Meervoud

Wat gaan we doen?

-pak een bladzijde  van het schemerhuis

-zoek werkwoorden in het Enkelvoud en in het Meervoud

-zet het persoonlijk voornaamwoord ervoor;

ik, jij/hij/zij,wij, jullie,namen

Wat gaan we doen?

-video bekijken 

-vul de werkwoorden  op het werkblad in (werkwoorden disk) T.T.

hebben, controleren, kunnen, lezen,schrijven, 

samenwerken,toenemen, nakijken, bezighouden,meevallen

Eenvoudige grammatica

Maak les 9; oefening 25,26

Maak les 10 oefening 27 t/m 32

Maak les 11 oefening 33,34

Maak les 12 oefening 35,36

Maak les 23 oefening 72,73,74