Samenvoegles GL

Samenvoegles GL
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Samenvoegles GL

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Detailhandel
Overige verkoopkanalen
Winkelketen
Boerderijwinkels
Marktverkopers
Webwinkels
Groothandel
Fabrikanten
Veiling

Slide 3 - Sleepvraag

Welke stelling is NIET juist?
A
Met exporteren gaan producten van Nederland naar het buitenland
B
Met importeren komen producten van het buitenland naar Nederland
C
Wij importeren producten die niet in Nederland te kweken zijn
D
Wij importeren producten die in Nederland gekweekt worden

Slide 4 - Quizvraag

Klasse extra
Klasse 1
Klasse 2
Klasse 3

Slide 5 - Sleepvraag

Is er sprake is van hergebruik of recyclen? Sleep naar het juiste vakje.
Recycling
Hergebruik

Slide 6 - Sleepvraag

Een etiket vertelt je hoe het product heet
Een etiket vertelt je welke ingredienten er in zitten

Een etiket vertelt je welke allergenen er in zitten

Een etiket vertelt je de naam van de producent

Een etiket vertelt je wat de voedingswaarde is.

Een etiket vertelt je hoe lang het houdbaar is

Een etiket vertelt je wat de partijcode is

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat hebben we te doen deze les?
- Laatste theorie van hoofdstuk 2 maken
Les 5: opdracht 1 t/m 10 (blz 30+31 in je werkboek) Tekstboek blz 34+35
Les 6: Opdracht 1 t/m 9 (blz 32+33 in je werkboek) Tekstboek blz 36+37






timer
19:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Hoe noem je een vaste plek in een magazijn
A
Locaties
B
Manco

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Minimum en maximum voorraad 
Minimumvoorraad is de voorraad van goederen die minimaal in een bedrijf aanwezig moet zijn

Maximumvoorraad is de voorraad van goederen die maximaal in een bedrijf aanwezig moet zijn

Slide 20 - Tekstslide

De voorraadkaart
Minimumvoorraad?
Maximumvoorraad? 
Logistiek

Slide 21 - Tekstslide

Bestellen
Als je producten bijna op zijn en de minimumvoorraad is bereikt, dan ga je weer nieuwe bestellen. Je vult dan aan tot de maximumvoorraad

Dat is het meest efficiënt. 

Slide 22 - Tekstslide

Besteleenheid
Een besteleenheid is de hoeveelheid artikelen die in een verpakkingseenheid geleverd worden. 

Slide 23 - Tekstslide

Wat betekent de besteleenheid
A
Hoe groot de verpakking is
B
Hoe vol de verpakking zit
C
Hoe veel er geleverd wordt

Slide 24 - Quizvraag

Kruidvat heeft naast de winkel een winkelmagazijn.
Waar in het winkelmagazijn zullen de artikelen worden opgeslagen die vaak worden verkocht?

A
Achter in het magazijn
B
Dicht bij de uitgang van het magazijn naar de winkel
C
In de gangpaden van het magazijn
D
Midden in het magazijn

Slide 25 - Quizvraag

Derving 




Werkelijke voorraad      Administratieve voorraad




Slide 26 - Tekstslide

zet de juiste afbeelding 
Werkelijke voorraad
Administratieve voorraad

Slide 27 - Sleepvraag

Maken deze les:
Praktische Opdracht:
Praktijkopdracht 1: Voorraadkaart invullen
Praktijkopdracht 2: Werken met Excel 1

Maak in je werkboek
Hoofdstuk 3: 
Les 1 : Opdracht 1 t/m 11
Les 2: Opdracht 1 t/m 9 (Opdracht 6 mag je overslaan)





Slide 28 - Tekstslide