Valentijnsdag 2

24
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

24

Slide 1 - Tekstslide

* Gedicht van de week
* 10 minuten lezen
* Lesdoelen 
* Terugblik
* Aan het werk
* Opdrachten nakijken
* Huiswerk
leesboek
agenda
etui
tekst van vorige week
Interviewdossier inleveren!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

* Je kunt de vragen die bij de tekst horen beantwoorden.
* Je gebruikt de tekst om de antwoorden in op te zoeken.


* Je kunt samenwerken in een tweetal.
* Je zorgt ervoor dat je actief aan het werk bent met de opdracht.
* Je kunt rustig overleggen.

Slide 6 - Tekstslide

Donderdag heb je een tekst gelezen over Valentijnsdag.
Wat weet je hier nog van?

Slide 7 - Tekstslide

commercie
herkomst
argument
gehoorzamen
anoniem
voet aan de grond krijgen
massaproductie
legende
ergens wel bij varen



Schrijf de woorden onder de tekst.
Zoek de woorden op IN de tekst en ONDERSTREEP ze.
Probeer uit de tekst te halen wat de woorden betekenen. 
Schrijf de betekenis in eigen woorden op.

Slide 8 - Tekstslide

commercie: de handel in (valentijns)spullen
herkomst: de plek waar iemand of iets vandaan komt
argument: een reden waarmee je je mening of ideeën uitlegt
gehoorzamen: luisteren naar iemand, doen wat iemand zegt
anoniem: zonder dat een ander weet wie je bent
voet aan de grond krijgen: iets gedaan krijgen, wanneer het echt een gebruik wordt
massaproductie: van een product heel erg veel maken om het te verkopen (valentijnskaarten)
legende: oud verhaal dat zogenaamd waar is, maar het waarschijnlijk niet helemaal is
ergens wel bij varen: ergens veel succes mee hebben
Let op! Lever de tekst in! We hebben deze donderdag weer nodig.

Slide 9 - Tekstslide

Wat: Lees de tekst grondig. Beantwoord daarna de vragen.
          Alle antwoorden zijn in de tekst te vinden!
Hoe: In tweetallen
Tijd: 15-20 minuten
Resultaat: Samen nakijken
Klaar: Maak Cursus 1 Meer dan lezen - §8 - opdracht 2

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken.

1.Welke dag wordt in de tekst bedoeld met de dag van de commercie?
Valentijnsdag


Slide 11 - Tekstslide

2. Hoe komt het dat er verschillende verhalen zijn over het ontstaan van Valentijnsdag?

Er zijn verschillende verhalen over het ontstaan van Valentijnsdag, omdat niemand precies weet waar het vandaan komt.
 

Slide 12 - Tekstslide

3.Over welke twee verhalen wordt in de tekst verteld?

a. De priester Valentijn en God Cupido
b. Godin Juno en Valentinus
c. Priester Valentijn en Godin Juno 


Slide 13 - Tekstslide

4. Wat is de overeenkomst tussen de twee verhalen die in de tekst beschreven worden?



De overeenkomst is dat zowel Valentijn als Juno stelletjes bij elkaar wilden brengen. 

Slide 14 - Tekstslide

5. Waarom werd Valentijnsdag aan het begin van de negentiende eeuw pas echt populair in Engeland en de Verenigde Staten?

Valentijnsdag werd aan het begin van de negentiende eeuw pas
echt populair in Engeland en de Verenigde Staten, omdat het versturen van post toen veel goedkoper werd. Daardoor kon iedereen toen een kaartje sturen (en eerder kon dat niet). 

Slide 15 - Tekstslide

6. Waarom is Valentijnsdag sinds ongeveer 1950 in Nederland bekend geworden?


 In 1950 hadden bloemisten in Nederland verzonnen dat Sint Valentijn als monnik bloemen uitdeelde om stelletjes gelukkig te maken. 

Slide 16 - Tekstslide

7.Waarom werd het bij ons pas echt een succes in de jaren negentig?

 En in 1990 konden mensen een valentijnsberichtje in een speciale rubriek in de krant plaatsen. Dat werd een groot succes. 


Slide 17 - Tekstslide

8. Waarom werd Valentijnsdag veel commerciëler vanaf 1847?


 In 1847 werden er heel veel valentijnskaarten gedrukt. Door de massaproductie kwamen er heel veel Valentijnskaarten beschikbaar voor verkoop. 

Slide 18 - Tekstslide

9. Sinds wanneer is Valentijnsdag meer dan een kaartje sturen en hoe komt dat?

Sinds de tweede helft van de twintigste eeuw is Valentijnsdag meer dan een kaartje sturen, omdat allerlei fabrikanten toen reclamecampagnes opzetten om hun producten in verband te brengen met Valentijnsdag. Denk aan chocoladefabrikanten, bloemisten en juweliers. 

Slide 19 - Tekstslide

voor donderdag  27 februari

Maken: 
Cursus 1 Meer dan lezen, §8 opdracht 2 en 3 (je oefent hiermee voor de toets).
Je kunt ook nog oefentoetsen maken of oefenen met trainen.
Let op: maandag 24 februari toets leesvaardigheid

Slide 20 - Tekstslide