De kunstenaar en zijn publiek

De  en zijn publiek
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstbeschouwingSecundair onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

De  en zijn publiek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Extra uitleg over instrumenten
Video: Peter en de wolf van Sergei Prokofiev

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Ballet oefening 4 blz 100
Le Sacre du printemps

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Het zwanenmeer van Tsjaikovski 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Zoek nu het verschil in 
dansstijl 
houding
sierlijkheid
outfits

Slide 9 - Tekstslide

Modernisme

Slide 10 - Tekstslide

Modernisme
= reactie op estheticisme en realisme. 
Tradities werden verworperen en kunstenaars werkten buiten de strenge conventies. 

Slide 11 - Tekstslide

Modernisme voorbeelden
  • expressionisme
  • fauvisme
  • dadaïsme
  • kubisme 
  • surrealisme

Slide 12 - Tekstslide

Het publiek
Ook de status van de toeschouwers is aan veranderingen onderhevig, omdat hun functie grotendeels wordt bepaald door hun relatie met de kunstenaar en het kunstobject. Die relatie is op zich weer afhankelijk van de steeds wisselende culturele context. 
1. Toeschouwer 
2. Participant

Slide 13 - Tekstslide

1. Toeschouwer 
Wat zou de verschillende rollen van een publiek kunnen zijn? 
Wijzigen die rollen in de loop van de tijd? 
Hebben jullie grootouders ooit deel uitgemaakt van een publiek? Hoe zag de rol van de toeschouwers er toen uit? 

Vroeger had het publiek eerder een observerende, passieve rol. Het keek en luisterde naar een tentoonstelling of voorstelling. 

Slide 14 - Tekstslide

Evolutie toeschouwers
  • Kunst werd vroeger als vermaak gemaakt om in alle rust bekeken of beluisterd te worden. 
  • Begin 20ste eeuw kwam er steeds meer en meer verandering in. 
  • Na de WOI waren mensen zo verontwaardigd en vervuld van afkeer dat ze kunst gebruikten om een nieuwe start te maken. => de uitingen van de dadaïsten waren vaak absurd, banaal of onzinnig, bedoeld om de traditionele waarden en normen in de westerse kunst in vraag te stellen. 

Slide 15 - Tekstslide

Dadaïsme 
Wilden geen kunst meer maken die alleen aangenaam was om naar te kijken of te luisteren. Ze wilden de mensen niet langer plezieren, maar aanzetten tot denken! 
Hun kunst was volledig anders dan dat de mensen tot dan gewoon waren => toeschouwers moeten nadenken over wat ze te zien kregen. 

Slide 16 - Tekstslide

Vragen die de kunstenaars opriepen
Wanneer noemen we iets kunst? 
En wie bepaalt of iets kunst is of niet? 

=> met hun readymades, collages en nonsensgedichten => surrealisme, conceptuele kunst en arte povera

Slide 17 - Tekstslide

Surrealisme
Het surrealisme ontstond in de jaren ’20 en was een revolutionaire kunstbeweging die de grenzen van de realiteit doorbrak. Met kunstenaars als Salvador Dalí, René Magritte en Joan Miró als voortrekkers, werd het onderbewuste de belangrijkste inspiratiebron. Hun droomachtige taferelenen irrationele combinaties creëerden een nieuwe beeldtaal die dekunst zou veranderen.

Slide 18 - Tekstslide

Conceptuele kunst

Conceptuele kunst, ook vaak aangeduid met conceptual art of conceptualisme, trekt kunst uit haar traditionele context. Kunst, leven en tijdsgeest maken een nieuwe connectie waarin de grenzen tussen disciplines wegvallen. Conceptuele kunst kunstwerken vragen om een open mind, om intellectuele en emotionele betrokkenheid. Idee en impact zijn belangrijker dan de verschijningsvorm en ook de uitvoering staat niet vast.

Slide 19 - Tekstslide

Arte povera
Een kunststroming en stijl die in de jaren 1960 in Italië ontstond. Het combineert elementen van minimalisme, performancekunst en conceptuele kunst door gebruik te maken van alledaagse of  waardeloze materialen, zoals kranten, stenen of vodden. Het doel was om de commercialisering van kunst te bevragen en te ondermijnen.

Slide 20 - Tekstslide

Gesamtkunstwerk - Richard Wagner
Het gedachtengoed van de modernistische kunstenaars vindt zijn oorsprong in de Duitse componist Richard Wagner (19de E). Hij verzette zich tegen het individualisme van de kunstenaars uit zijn tijd. 


Slide 21 - Tekstslide

Die kunst und die revolution
Wagner zijn boek waar hij de term Gesamtkunstwerk introduceert. 

Zijn ideale kunstwerk was een totaalkunstwerk dat tot stand kwam wanneer kunstenaars uit verschillende kunstdisciplines samen een artistieke project uitwerken. 

Hij hechtte eerder belang aan de artistieke verlangens van het publiek dan de creativiteit van de kunstenaar. 

Slide 22 - Tekstslide

Beurs van Berlage
Beurs van Berlage, Amsterdam

Slide 23 - Tekstslide

2. Participant
Toeschouwers nemen deel aan kunst => actieve toeschouwer
De handeling van de toeschouwer werd belangrijk en vormde een onderdeel of zelfs de kern van het werk. => 
status van de kunst en kunstenaars geherdefinieerd. 

Soms gebruikten ze zelf hun eigen lichaam om de grenzen van het kunstenaarschap te onderzoeken. 

Slide 24 - Tekstslide

Concept: 'Happening'
Allan Kaprow bedacht dit concept. 
= 'iets spontaans, iets dat toevallig gebeurt'
Hij organiseerde eenvoudige opvoeringen zonder plot of tekst. 
Nadruk lag op de fysieke aanwezigheid van het publiek. 
Toeschouwerparticipatie en liet zijn publiek aan de hand van strikt op te volgen instructies aan zijn happenings deelnemen. De happening werd zo een openbare, misschien spontaan lijkende, maar wel vooraf bedachte gebeurtenis. 

Slide 25 - Tekstslide

Marina Abramovic
= extreem voorbeeld van publiek laten participeren zonder instructies. 
Performance Rhythm O van Marina Abramovic
de kunstenares zelf, een tafel met daarop 72 objecten en de bezoekers die volledig hun gang mochten gaan met haar. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

John Cage
Amerikaanse avant-garde-componist. Hij liet zich inspireren door een anechoic chamber of dode kamer => reflectie over geluid en stilte => bekendste en invloedrijkste werken 4'33"

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Immersive expos 
= audivisuele belevingen met een combinatie van kunst en technologie, je ziet geen echte kunstwerken maar metershoge 360°-projecties van de werken 
Zitten tussen performance, video- en installatiekunst. 
De toeschouwer staat letterlijk centraal in het werk. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Visual collaboration
= meerdere kunstdisciplines samenkomen die samen een Gesamtkunstwerk maken. 

Bv. Samenwerkingen met museums en danscompagnies 
Company CDK en museum Voorlinden (Nederland) 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video