In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een goede aanhef?
A
Geachte mevrouw de Wit,
B
Geachte mevrouw De Wit,
C
Geachte mevrouw B. de Wit,
D
Geachte Mevrouw de Wit,
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel witregels heeft een goed mailtje minimaal?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 3 - Quizvraag
Witregels komen:
na de aanhef
voor de afsluiting
voor de ondertekening
bij meer alinea's: tussen de alinea's.
Slide 4 - Tekstslide
Welke aanhef gebruik je voor een mailtje aan de gemeente Groningen?
A
Geachte lezer,
B
Geachte heer,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte gemeente Groningen,
Slide 5 - Quizvraag
Als je een mailtje schrijft aan een instelling of bedrijf, en je kent niet de naam van een contactpersoon, dan begin je het mailtje met: Geachte heer/mevrouw,
Slide 6 - Tekstslide
Wanneer gebruik je altijd een komma in een zin?
A
voor een toelichting
B
na een voegwoord
C
voor een voegwoord
D
tussen twee persoonsvormen
Slide 7 - Quizvraag
Welke schrijfwijze is goed?
A
de route vanuit het Westen
B
de route vanuit het westen
Slide 8 - Quizvraag
Welke schrijfwijze is goed?
A
Schrijf je mailtje in het Nederlands.
B
Schrijf je mailtje in het nederlands.
Slide 9 - Quizvraag
Welke schrijfwijze is goed?
A
In oktober is de Herfstvakantie.
B
In Oktober is de herfstvakantie.
C
In oktober is de herfstvakantie.
Slide 10 - Quizvraag
Namen van windstreken, seizoenen, dagen en maanden schrijf je met een kleine letter.
Woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid, schrijf je met een hoofdletter.
Slide 11 - Tekstslide
Welke beginzin van je mailtje is de beste?
A
Gisteren las ik uw oproep.
B
Ik las gisteren uw oproep.
Slide 12 - Quizvraag
Je schrijft een mailtje aan mevrouw C. Pietersen. Wat is een goede aanhef?
A
Geachte mevrouw,
B
Geachte mevrouw C. Pietersen,
C
Geachte mevrouw Pietersen,
Slide 13 - Quizvraag
In de aanhef gebruik je geen initialen en geen voor- en achternaam.
Schrijf 'mevrouw' of 'de heer' en dan de achternaam.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is een goede afsluiting?
A
met vriendelijke groeten,
B
Met vriendelijke groeten,
C
Met vriendelijke groeten.
Slide 15 - Quizvraag
De afsluiting begint met een hoofdletter en eindigt met een komma.
Bijvoorbeeld: Met vriendelijke groeten,
Hartelijke groeten,
Groeten,
Slide 16 - Tekstslide
Je ziet straks een mailtje. Tel het aantal fouten.