Pleonasme: een pleonasme ontstaat als je een eigenschap van een zaak of persoon nog eens uitdrukkelijk omschrijft, terwijl het begrip die eigenschap (zaak/persoon) toch al heeft. Dit wordt gezien als een
stijlfout.
Voorbeelden:
- Je bespreekt mondeling de proef.
- De uiterste deadline voor het e-labjournaal is vrijdag.
- ronde bal (een bal is altijd rond) / - witte sneeuw (sneeuw is altijd wit).