In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhaling hoofdstuk 8
Aan de slag met de opdrachten afmaken
Slide 2 - Tekstslide
De taak van je verteringstelsel is?
A
zuurstof opnemen
B
bloed rond pompen
C
je beweging regelen
D
voedingsstoffen opnemen
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een organel?
A
Een onderdeel van de cel
B
Het deel die voedingsstof omzet naar energie
C
Het is een ander woord voor de cel
D
Het is een ander woord voor Cytoplasma
Slide 4 - Quizvraag
Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water
B
koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
C
koolstofdioxide + glucose = zuurstof + water
D
glucose + water = koolstofdioxide + zuurstof
Slide 5 - Quizvraag
Rode bloedcellen
A
vervoeren zuurstof
B
zorgen voor stolling
C
bevatten fibrogeen
D
bestrijden ziekteverwekkers
Slide 6 - Quizvraag
Wat is hemoglobine?
A
Een eiwit die zuurstof bindt aan witte bloedcellen
B
Een eiwit die zuurstof bindt aan plasma
C
Een eiwit die zuurstof bindt aan rode bloedcellen
D
Een eiwit die zuurstof bindt aan bloedplaatjes
Slide 7 - Quizvraag
Het hart heeft .........?
A
3 kamers en 3 boezems
B
4 kamers
C
2 boezems en 2 kamers
D
4 boezems
Slide 8 - Quizvraag
Wordt bij verbranding energie verbruikt?
Wordt bij verbranding energie verbruikt?
Wordt bij verbranding energie verbruikt?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Wat is gezonder; ademhalen door je neus of ademhalen door je mond?
A
Door je neus
B
Door je mond
Slide 10 - Quizvraag
Gaan aderen naar het hart toe of van het hart af?
A
Naar het hart toe
B
Van het hart af
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een orgaanstelsel?
A
organisme
B
allemaal cellen bij elkaar die een functie hebben
C
organen die samen een functie hebben.
D
weefsel
Slide 12 - Quizvraag
De dokter meet ook hoeveel lucht Dorien kan inademen en uitademen. Hierbij gebruikt zij een spirometer, een apparaat dat de longfunctie meet.
Het diagram in afbeelding 6 geeft de hoeveelheid lucht in de longen van Dorien weer gedurende een bepaalde tijd. In die tijd ademt zij een paar keer gewoon in en uit door de spirometer. En eenmaal ademt ze zo diep mogelijk in en uit.
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 13 - Quizvraag
De bloeddruk van Marga wordt gemeten. Wat is haar bloeddruk?
A
100/92
B
92/180
C
180/100
D
92/100
Slide 14 - Quizvraag
Dit organel regelt alles in de cel
A
De celkern
B
De ribosomen
C
Het endoplasmatisch reticulum
D
De mitochondriën
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de functie van het ademhalingstelsel?
A
Het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
B
Het transporteren van zuurstof naar de cellen
C
Het reguleren van de lichaamstemperatuur
D
Het filteren van afvalstoffen uit het bloed
Slide 16 - Quizvraag
Bij buikademhaling
A
bewegen je ribben en borstbeen
B
bewegen het middenrif en de buikwand
C
bewegen alleen je ribben
D
beweegt alleen je middenrif
Slide 17 - Quizvraag
Je ziet een bloedvat op het plaatje hiernaast. Wat voor bloedvat is het?
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
D
Dat is niet te zeggen
Slide 18 - Quizvraag
Hart-longen-hart is de.............?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden
Slide 19 - Quizvraag
Je ziet hier longblaasjes met bloedvaten. Welk soort bloedvaten zijn dit?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten
Slide 20 - Quizvraag
Waar gaat de zuurstof het bloed in?
A
vanuit de dunne darm
B
vanuit de longblaasjes
C
vanuit de alvleesklier
D
vanuit de maag
Slide 21 - Quizvraag
Welk bloedvat of welke bloedvaten heeft of hebben kleppen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten
Slide 22 - Quizvraag
Gaan slagaders van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe
Slide 23 - Quizvraag
Hart
A
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de aorta
B
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longader
C
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de holle ader
D
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longslagader
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de volgorde van de grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem