Woordenschat E5 les 2

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Wat past het best bij reinigen?

1. aanvegen
2. opknappen
3. schoonmaken
4. warmlopen

Wie is geen baas?

1. chef
2. directeur
3. leider
4. amateur

Uitdrukking:
Lachen als een boer met...

1. geld
2. een varken
3. kiespijn
4. hoofdpijn

Je bagage doe je in een...

1. wasmand
2. koffer
3. kist
4. handtas

Wat is geen metaal?

1. zilver
2. ijzer
3. grind
4. goud

Met een trapeze kun je...

1. bergen beklimmen
2. kunsten in de lucht doen
3. een roeiboot laten varen
4. aan gevaar ontsnappen

Welke dieren passen bij een imker?

1. honden
2. katten
3. bijen
4. vlinders

Waar werkt een lakei?

1. in een manege
2. in een paleis
3. in een hotel
4. in een ziekenhuis

Als iets zelden gebeurt, gebeurt het...

1. meestal
2. soms
3. bijna nooit
4. nooit

Wat is het tegenovergestelde van gierig?

1. gaaf
2. gul
3. goor
4. gratis

Als je ergens in uitblinkt, dan...

1. kun je dat niet zo goed
2. ben je er goed in
3. heb je iets goed schoongemaakt
4. houd je van glitters

Als je iemand in de rede valt, dan...

1. ben je boos op iemand
2. ben je verliefd op iemand
3. klets je gezellig met iemand
4. laat je iemand niet uitspreken

Welke dieren trippelen?

1. muizen
2. paarden
3. olifanten
4. konijnen

Hij zet grote ogen op.
Dan is hij...

1. nieuwsgierig
2. ongeduldig
3. verbaasd
4. verblind

Je bent een stakker.
Dan ben je...

1. dom
2. lelijk
3. vreemd
4. zielig

Van wie kun je een portret maken?

1. leeuwin
2. koning
3. raket
4. fruitschaal

Als je ijverig bent dan werk je heel...

1. hard
2. slordig
3. langzaam
4. netjes

Hoeveel muzikanten spelen er in een trio?

1. drie
2. vier
3. vijf
4. zes

De buitenkant van een ei noem je...

1. vel
2. schil
3. schaal
4. vlies

Een journalist werkt bij een...

1. fabriek
2. garage
3. krant
4. drukkerij