Chapter 3 - Grammar E

Welcome back 
Start opdracht: 
- Please open up ReadTheory and 
practice reading for 10 minutes. 
timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome back 
Start opdracht: 
- Please open up ReadTheory and 
practice reading for 10 minutes. 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today?
- Homework check 
- Grammar E 
- Do exercises 
- Time left? Gimkit! 

Lesson goal: at the end of the lesson you can name the plural forms of several words in English. 

Slide 2 - Tekstslide

Homework 
Let's check exercise 

Slide 3 - Tekstslide

Some and Any
De woorden some en any betekenen 'wat' of ‘enkele’. Je gebruikt het in zinnen als je het over niet-specifieke hoeveelheden of aantallen hebt.  

Je gebruikt some in vragen waarvan je verwacht dat het antwoord 'ja' is en in bevestigende zinnen. 

Can I have some water, please?  
You can have some water. 

Slide 4 - Tekstslide

Some and Any
In ontkennende zinnen gebruik je any. Voor de meeste vragen gebruik je ook any. 

I don’t have any apples at the moment.  
Do you have any apples?  

There aren’t any cookies left.  
Are there any cookies left? 

Slide 5 - Tekstslide

Do we have ........... milk for the cat?
A
some
B
any

Slide 6 - Quizvraag

Are there ......... chocolates left?
A
some
B
any

Slide 7 - Quizvraag

VWO Vraag:
Maak zelf een zin met some of any.

Slide 8 - Open vraag

Grammar E: meervoud
Plurals = meervoud. 

In het Engels zet je een woord meestal in het meervoud door een ‘s’ aan het woord toe te voegen. 

room – rooms  
grape – grapes  
glass – glasses

Slide 9 - Tekstslide

Plurals
Sommige woorden hebben een andere spelling in het meervoud.  
Eindigt een woord op een medeklinker + y, dan verandert de -y in -ies. 
one baby – two babies  
one party – two parties

Eindigt een woord op een medeklinker + o, dan wordt -es toegevoegd.  
one tomato – two tomatoes  
one potato – two potatoes

Slide 10 - Tekstslide

Meervouden
Eindigt het woord op -fe (zoals knife) dan krijgt het meervoud -ves. 1 knife wordt 2 knives. 

uitzonderingen: 
1 child = 2 children (1 kind = 2 kinderen) 
1 tooth = 2 teeth (1 tand = 2 tanden) 
1 foot = 2 feet (1 voet = 2 voeten) 

Slide 11 - Tekstslide

Do:
Exercise 31 tm 35 HAVO
Exericse 31 tm 35 VWO 

Done? Study words chapter 3. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het meervoud van:
table, child, glass, baby.

Slide 13 - Woordweb

VWO check:
- Make one sentence with a plural
word in it.

Slide 14 - Woordweb