NOVA T4 Basisstof 4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

	Djano
Gaby	Romy
	Chéden
	Keano

	Aneidy
	Sara
	Jahvendrix
	Anouk
	Chabo

	Sey
	Pavel
	Kim
	Omar

                              bord

Pak je spullen. Met de absentie
controleer ik ook of je je spullen hebt. 

r

a

a

m

Elektriciteit

1. Batterijen 

2. Spanningsbronnen

3. De stroomkring

4. Schakelingen

5. Vermogen en energie

6. Veiligheid

Vandaag

Absentie

Voorkennis ophalen, nakijken vorige les

Doel van de les

Uitleg 

Opdrachten

Nakijken

Doel van de les en afsluiting

Doel van de les

Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.

Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.

Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven

Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt

onderbreken en sluiten.

Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt

Stroom gaat van + naar - .

Als de kring dicht is, noem je
dat een gesloten stroomkring. 

+

-

Een schakelaar zorgt voor een open/gesloten stroomkring

Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn, en voorbeelden geven.

Geleiders: Metalen, ze geleiden de stroom. 

Isolatoren: hout plastic, glas, papier, rubber. Ze houden de stroom tegen. 

Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten.

Zo werkt een schakelaar:

Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen

Schakelschema

• Batterij
• Lampje
• Schakelaar
• snoeren

Wat weet je nog over een schakeling?

Welk symbool is dit:

1. lamp
2. batterij
3. schakelaar open
4. schakelaar gesloten

Welk symbool is dit:

1. lamp
2. batterij
3. schakelaar open
4. schakelaar gesloten

Welk symbool is dit:

1. lamp
2. batterij
3. schakelaar open
4. schakelaar gesloten

blz 219 - 228

opdr 1 - 16

Doel van de les

Je kunt uitleggen hoe je lampen en andere apparaten in serie schakelt.

Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.

Je kunt uitleggen waarom in een parallelschakeling apparaten apart aan en uitgezet kunnen worden.

Je kunt beschrijven waarom een parallelschakeling twee of meer

stroomkringen heeft.

Je kunt uitleggen hoe je lampen en andere apparaten in serie schakelt.

Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.

Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.

Je kunt uitleggen waarom in een parallelschakeling apparaten apart aan en uitgezet kunnen worden.

Je kunt beschrijven waarom een parallelschakeling twee of meer stroomkringen heeft.

Elke kleur is een andere stroomkring. 

Doen de andere
lampjes het nog?

Aan de slag!

Samen lezen blz 229

Maak opdracht 1 t/m 10 (blz  231 t/m 237)

Laatste 5 minuten afsluiten

1. Parallel schakeling
2. Serie schakeling

1. Parallel schakeling
2. Serie schakeling

1. Parallel schakeling
2. Serie schakeling

1. Parallel schakeling
2. Serie schakeling

1. Parallel schakeling
2. Serie schakeling

1. Parallel schakeling
2. Serie schakeling

Doel van de les

Je kunt uitleggen hoe je lampen en andere apparaten in serie schakelt.

Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.

Je kunt uitleggen waarom in een parallelschakeling apparaten apart aan en uitgezet kunnen worden.

Je kunt beschrijven waarom een parallelschakeling twee of meer

stroomkringen heeft.