les voor de toets

wat moet je leren
H3 Middeleeuwen, blz 216-235
§3.1 Eer en schande, blz 217-220
§3.2 Beatrijs, blz 221: Geestelijke literatuur


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

wat moet je leren
H3 Middeleeuwen, blz 216-235
§3.1 Eer en schande, blz 217-220
§3.2 Beatrijs, blz 221: Geestelijke literatuur


Slide 1 - Tekstslide

H4 Renaissance, blz 236-246
§4.1 Ontdekkingsreizen, blz 237-238

H5 Verlichting, blz 247258
§5.1 Opvoeding, blz 248-249


Slide 2 - Tekstslide

En natuurlijk alle powerpoints en presentaties in lessonup met de gemaakte aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor vragen kun je verwachten?
22 vragen
7 R-vragen
2 T1-vragen
8 T2-vragen
5 I-vragen

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit...
Geef aan...
Wat verstaan we onder...

Slide 5 - Tekstslide

Antwoord in hele zinnen!
Bv: Leg uit waarom de literatuurgeschiedenis pas in 1100 begint. 

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waarom de literatuurgeschiedenis pas in 1100 begint.

Slide 7 - Open vraag

Herhaal de vraag, dan weet je zeker dat je het goede antwoord geeft en dat je in hele zinnen antwoordt.

Slide 8 - Tekstslide

Geef aan wat didactisch inhoudt.

Slide 9 - Open vraag

Geef de kenmerken van...
Kenmerken van ... zijn ....

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat... Ga hierbij ook in op...

Slide 11 - Tekstslide

Bij zo'n vraag moet je in het antwoord ook verwerken waar je op in moet gaan. Als je dat niet doet, mis je punten.

Slide 12 - Tekstslide

- Lees de vraag goed, wat wordt er gevraagd.
- Moet je voorbeelden geven? Zo ja, hoeveel?
- Moet je kenmerken geven? Zo ja, hoeveel?
- Markeer/onderstreep in de vraag de belangrijke woorden.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit waarom we de periode van 500 tot 1500 middeleeuwen noemen.

Slide 14 - Tekstslide

Kijk goed of de gemarkeerde woorden beantwoord worden of terugkomen in de tekst.

Slide 15 - Tekstslide

We noemen deze periode de middeleeuwen omdat hij tussen twee periodes ligt, die historici veel belangrijker vonden, de oudheid en de renaissance

Slide 16 - Tekstslide