H5.4 - Toepassingen neerslagreacties

H5.4 (HAVO 4) - Toepassingen Neerslagreacties


Hoe worden zouten gevormd?
Ionsoorten leren kennen
Namen en formules van zouten opstellen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

H5.4 (HAVO 4) - Toepassingen Neerslagreacties


Hoe worden zouten gevormd?
Ionsoorten leren kennen
Namen en formules van zouten opstellen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert een werkplan te maken bij het aantonen van ionsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
  • Uitleg toepassingen van neerslagreacties

  • Aantonen ionsoorten tijdens het PSE

Slide 3 - Tekstslide

Voorspellen neerslag
Neerslag bij natriumsulfide en koperchloride?
  1. Aanwezige ionen:  Na+ S2- Cu2+ Cl-
  2. Mini-neerslagtabel maken
  3. Bij een 's' zout vormt een neerslag



S2-
Cl-
Na+
g
g
Cu2+
s
g

Slide 4 - Tekstslide

Ga na of er een neerslag onstaat:
zinkionen en fosfaationen

Slide 5 - Open vraag

Ga na of er een neerslag onstaat:
Oplossing koperchloride en oplossing van ijzer(II)sulfaat

Slide 6 - Open vraag

Toepassingen neerslagreacties
  • Ionen aantonen
  • => Ontbrekend etiket
  • => Mogelijke vervuiling aantonen

  • Ionen verwijderen
  • => Ongewenste ionsoorten, bijv. waterzuivering

  • Zouten maken
  • => Door neerslagen te vormen

Slide 7 - Tekstslide

Toepassing 1: Ionen aantonen
  • Ionen aantonen
  • -> Ontbrekend etiket
  • => Welke stof zit er in de pot?

  • -> Mogelijke vervuiling aantonen
  • => Is de pot vervuilt met stoffen?
  • => Is het water vervuilt met een zout?

Slide 8 - Tekstslide

Toepassing 1: Ionen aantonen (DEMO)
Situatie
Je hebt 4 potjes met een zout, de etiketten zijn door elkaar: bariumnitraat en magnesiumnitraat. Je weet niet meer welk zout in welk potje zit...

Plan van aanpak
Voeg een zoutoplossing toe dat neerslag geeft met één van de twee zouten. Bij samenvoeging weet je aan de hand van je waarneming welk van de zouten in het potje zit.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijk! Onthouden!!
  • Let op dat je altijd alleen met zoutoplossingen werkt. Alleen dan kan er neerslag ontstaan. 

  • Denk eraan dat een zout altijd bestaat uit een positief en een negatief ion. Het is dus niet mogelijk om te zeggen 'voeg chloride toe', maar dit moet 'voeg natriumchloride-oplossing toe' zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Een pot magnesiumchloride is mogelijk vervuild met bariumchloride. Welk zout kun je gebruiken om te achterhalen of de pot vervuild is met bariumchloride.
A
natriumfosfaat
B
ammoniumsulfaat
C
lood(II)sulfaat
D
kaliumhydroxide

Slide 13 - Quizvraag

Uitleg quizvraag
A) fosfaat-ionen geven neerslag met zowel magnesium- als bariumionen
B) sulfaat-ionen geven alleen neerslag met barium-ionen. Ammoniumsulfaat is een goed oplosbaar zout.
C) sulfaat-ionen geven alleen neerslag met barium-ionen, maar lood(II)sulfaat is een slecht oplosbaar zout.
D) hydroxide-ionen geven alleen neerslag met magnesium-ionen. Maar je wilt juist de barium-ionen aantonen als ze er zijn, niet de magnesium-ionen.

Slide 14 - Tekstslide