In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Toepassingen neerslagreacties
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Uitleg drie toepassingen van neerslagreacties
Optioneel: maken werkblad in hand-out
Maken hand-out vragen 9 t/m 12
Maken boek 38, 41, 44, 45, 46, 47
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert drie toepassingen kennen van neerslagreacties;
Je leert om voor elk van de drie toepassingen een werkplan te schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Toepassing 1: ionen verwijderen
Situatie
Je hebt afvalwater met o.a. fosfaationen. Deze ionen moeten worden verwijderd vanwege milieu-eisen.
Plan van aanpak
Voeg een zoutoplossing toe die neerslag zal geven met fosfaat-ionen. Neerslag verwijderen door filtreren.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke zoutoplossing is geschikt om koper(II)ionen te verwijderen uit een oplossing? (Gebruik Binas 45A)
A
Zilverchloride-oplossing
B
IJzer(II)sulfide-oplossing
C
Natronloog (natriumhydroxide-opl)
D
Natriumnitraat-oplossing
Slide 7 - Quizvraag
Uitleg quizvraag
A) zilverchloride is een slecht oplosbaar zout, dus dit kun je niet als oplossing toevoegen.
B) het sulfide-ion is wel geschikt, maar het ijzer(II)-ion is ongeschikt als tegenion. Ook ijzer(II)sulfide is een slecht oplosbaar zout.
C) het hydroxide-ion geeft neerslag met het koper(II)-ion. Het natrium-ion is een geschikt tegenion; natriumhydroxide is een goed oplosbaar zout.
D) het nitraat-ion geeft geen neerslag met het koper(II)-ion.
Slide 8 - Tekstslide
Welke zoutoplossing is geschikt om kwik(I)ionen te verwijderen uit een oplossing? (Gebruik Binas 45A)
A
Kaliumchloride-oplossing
B
Natriumnitraat-oplossing
C
Magnesiumnitraat-oplossing
D
Zilverchloride-oplossing
Slide 9 - Quizvraag
Uitleg quizvraag
A) het chloride-ion geeft neerslag met het kwik(I)-ion. Het kalium-ion is een geschikt tegenion; kaliumchloride is een goed oplosbaar zout.
B) het nitraat-ion geeft geen neerslag met het koper(II)-ion.
C) het nitraat-ion geeft geen neerslag met het koper(II)-ion.
D) zilverchloride is een slecht oplosbaar zout, dus dit kun je niet als oplossing toevoegen.
Slide 10 - Tekstslide
Even oefenen
Maak vraag 9 van de hand-out neerslagreacties.
Optioneel: maak werkblad deel 1 (ionen aantonen) van de hand-out neerslagreacties (blz. 8).
Slide 11 - Tekstslide
Toepassing 2: zout maken
Situatie
Je hebt zilverchloride nodig, maar dit is niet meer aanwezig. Je zal het dus zelf moeten maken.
Plan van aanpak
Voeg twee zoutoplossingen samen, waarbij een neerslag van zilverchloride ontstaat.
Slide 12 - Tekstslide
Toepassing 2: zout maken
Gevraagd: zilverchloride
1. Zilver-ionen en chloride-ionen samenvoegen geeft het zout zilverchloride.
2. Kies voor zowel de zilver-ionen als voor de chloride-ionen een tegenion wat niet voor een neerslag zorgt. Bijv. zilvernitraat-oplossing en natriumchloride-oplossing.
3. Neerslag filtreren: je hebt je zout zilverchloride.
(4. Indampen van het filtraat levert je natriumchloride op.)
Slide 13 - Tekstslide
Welke twee zoutoplossingen kun je samenvoegen om calciumcarbonaat te krijgen?
A
calciumchloride-opl + zinkcarbonaat-opl
B
calciumfluoride-opl + kaliumcarbonaat-opl
C
calciumchloride-opl + natriumcarbonaat-opl
D
calciumnitraat-opl + ijzer(II)carbonaat-opl
Slide 14 - Quizvraag
Uitleg quizvraag
A) zinkcarbonaat is een slecht oplosbaar zout.
B) calciumfluoride is een slecht oplosbaar zout.
C) calcium- en carbonaat-ionen vormen neerslag. Natrium- en chloride-ionen blijven in oplossing.
D) ijzer(II)carbonaat is een slecht oplosbaar zout.
Slide 15 - Tekstslide
Even oefenen
Maak vraag 11 van de hand-out neerslagreacties.
Slide 16 - Tekstslide
Toepassing 3: ionen aantonen
Situatie
Je hebt twee potjes met wit zout: bariumnitraat en magnesiumnitraat. Je weet alleen niet meer welk zout in welk potje zit...
Plan van aanpak
Voeg een zoutoplossing toe dat neerslag geeft met één van de twee zouten. Bij samenvoeging weet je aan de hand van je waarneming welk van de zouten in het potje zit.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Een pot magnesiumchloride is mogelijk vervuild met bariumchloride. Welk zout kun je gebruiken om te achterhalen of de pot vervuild is met bariumchloride.
A
natriumfosfaat
B
ammoniumsulfaat
C
lood(II)sulfaat
D
kaliumhydroxide
Slide 20 - Quizvraag
Uitleg quizvraag
A) fosfaat-ionen geven neerslag met zowel magnesium- als bariumionen
B) sulfaat-ionen geven alleen neerslag met barium-ionen. Ammoniumsulfaat is een goed oplosbaar zout.
C) sulfaat-ionen geven alleen neerslag met barium-ionen, maar lood(II)sulfaat is een slecht oplosbaar zout.
D) hydroxide-ionen geven alleen neerslag met magnesium-ionen. Maar je wilt juist de barium-ionen aantonen als ze er zijn, niet de magnesium-ionen.
Slide 21 - Tekstslide
Belangrijk!
Let op dat je altijd alleen met zoutoplossingen werkt. Alleen dan kan er neerslag ontstaan.
Denk eraan dat een zout altijd bestaat uit een positief en een negatief ion. Het is dus niet mogelijk om te zeggen 'voeg chloride toe', maar dit moet 'voeg natriumchloride-oplossing toe' zijn.
Slide 22 - Tekstslide
Even oefenen
Maak vragen 10+12 van de hand-out neerslagreacties.
Optioneel: maak werkblad deel 2 (ionen verwijderen) van de hand-out neerslagreacties (blz. 9).
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.