In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Voorbereiding SE 5 vwo
H2 AARDE
Slide 1 - Tekstslide
Endogene of Exogene kracht? 'Aardbeving'
A
Endogene kracht
B
Exogene kracht
Slide 2 - Quizvraag
Endogene of Exogene kracht? 'Vulkaanuitbarsting'
A
endogene kracht
B
exogene kracht
Slide 3 - Quizvraag
het Weer
A
Endogene kracht
B
Exogene kracht
Slide 4 - Quizvraag
Erosie
A
endogene kracht
B
exogene kracht
Slide 5 - Quizvraag
Waardoor ontstaan gebergten?
A
Endogene krachten
B
Exogene krachten
Slide 6 - Quizvraag
Welke soort verwering zie je op de foto?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering
Slide 7 - Quizvraag
Welke vorm van verwering zie je?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
Slide 8 - Quizvraag
Welke vorm van verwering zie je?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
Slide 9 - Quizvraag
A
Divergent
B
Convergent
C
Subductie
D
Transform
Slide 10 - Quizvraag
A
Transform
B
Convergent
C
Divergent
D
Subductie
Slide 11 - Quizvraag
A
Convergent
B
Subductie
C
Transform
D
Divergent
Slide 12 - Quizvraag
Subductie is altijd convergentie. Maar convergentie is niet altijd subductie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Bij welke plaatbeweging vind je vooral vulkanen?
A
Subductie
B
Transformatie
C
Divergentie
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor soort vulkaan vind je bij een divergente breuk?
A
Hotspot
B
Schild
C
Strato
D
Caldera
Slide 15 - Quizvraag
Afgebeeld is een....
A
Estuarium
B
Delta
Slide 16 - Quizvraag
De plek waar een rivier uitkomt in zee heet de ...
A
Monding
B
Uitloopsel
C
Estuarium
D
Rivierdelta
Slide 17 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij deze zin?
Een gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in vele rivierlopen.
A
Morenen
B
Delta
C
De benedenloop
D
Estuarium
Slide 18 - Quizvraag
Oceanische plaat bestaat uit
A
Basalt
B
Plastic
C
Graniet
D
Carbon
Slide 19 - Quizvraag
Graniet en Basalt zijn
A
Stollingsgesteenten
B
sedimentgesteenten
C
metamorf gesteenten
Slide 20 - Quizvraag
Welk gesteente ontstaan bij een spleeteruptie in de oceaan?
A
Graniet
B
Basalt
C
Kalksteen
D
Andesiet
Slide 21 - Quizvraag
Waar is het basalt het oudst?
A
Aan de randen van oceanische platen
B
Aan de randen van continentale platen
C
In het midden van oceanische platen
D
In het midden van continentale platen.
Slide 22 - Quizvraag
De torens in de Baai van Ha Long in Vietnam bestaan uit kalksteen. Beschrijf de wijze waarop kalksteen ontstaat.
De volgende vragen komen uit het examen 2016, eerste tijdvak
Slide 23 - Open vraag
Zowel in Vietnam als in West-Europa vindt chemische verwering van kalksteen plaats. De snelheid waarmee kalksteen in Vietnam door chemische verwering wordt afgebroken, verschilt echter van de snelheid waarmee dat gebeurt in West-Europa. Geef de twee oorzaken van dit verschil.
Slide 24 - Open vraag
Gebruik de bron. Hoewel chemische verwering van kalksteen in de Baai van Ha Long overheerst, vindt er ook mechanische (of fysische) verwering plaats. Hierbij speelt de vegetatie op de kalksteentorens een rol. Beschrijf de wijze waarop de vegetatie op de kalksteentorens bijdraagt aan mechanische verwering.
Slide 25 - Open vraag
Gebruik de bron. De kalksteentorens in de Baai van Ha Long worden niet alleen afgebroken door verwering. Ook erosie draagt bij aan de afbraak en het uiteindelijke verdwijnen van de kalksteentorens. Beschrijf de wijze waarop erosie bijdraagt aan het verdwijnen van de kalksteentorens.
Slide 26 - Open vraag
De Dolomieten vormen een gebergte in Noord-Italië met toppen tot meer dan 3.000 meter hoog. Het gesteente waaruit deze bergen zijn ontstaan is gevormd uit koraalriffen. Beschrijf de wijze waarop dit gesteente door plaattektoniek zo hoog is komen te liggen.
De volgende vragen komen uit het examen 2014, eerste tijdvak
Slide 27 - Open vraag
Bij het cijfer 1 in de bron vindt veel mechanische verwering plaats. Dit type verwering wordt ook wel fysische verwering genoemd. Beschrijf twee manieren waarop dit type verwering bij het cijfer 1 plaatsvindt.
Slide 28 - Open vraag
Bij de letter A in bron 1 heeft een aardverschuiving plaatsgevonden. Leg uit dat dergelijke aardverschuivingen in de Dolomieten vooral in het voorjaar ontstaan. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 29 - Open vraag
Gebruik kaartblad 110-111. De Dolomieten maken deel uit van de Alpen. Er bestaat een relatie tussen de exogene processen in de Alpen en het overheersende exogene proces in de Povlakte ten zuiden van de Alpen. Beschrijf deze relatie.
Slide 30 - Open vraag
Gebruik de bron en de atlas. Noem de drie grootste tektonische platen die betrokken zijn bij de vorming van de Alpiene gebergtegordel.
De volgende vragen komen uit het examen 2017, eerste tijdvak
Slide 31 - Open vraag
Grote delen van de Alpiene gebergtegordel bestaan uit kalksteen. Geef aan - tot welke hoofdgroep van gesteenten kalksteen behoort; - waardoor kalksteen hoog in de Alpiene gebergtegordel is komen te liggen.
Slide 32 - Open vraag
Gebruik de atlas. Binnen de Alpiene gebergtegordel is de afbraak door stromend water het grootst in de Himalaya (zie atlaskaart 217B). Geef de twee oorzaken die er in combinatie voor zorgen dat de afbraak door stromend water in de Himalaya zo groot is.
Slide 33 - Open vraag
Gebruik de bron en de atlas. De Bromo is een vulkaan in het oosten van Java, die deel uitmaakt van een lange keten van vulkanen. Geef - een beschrijving van de wijze waarop de vulkanen in deze keten zijn ontstaan; - de namen van de tektonische platen die hierbij betrokken zijn.
De volgende vragen komen uit het examen 2015, tweede tijdvak
Slide 34 - Open vraag
Gebruik de bron en kaartblad 152. De rokende vulkaan op de achtergrond in de bron is de Semeru, de hoogste berg van Java. In welke kijkrichting is deze foto genomen? Kies uit: noorden, oosten, zuiden, westen.
Slide 35 - Open vraag
De Bromo ligt in een caldera. Deze caldera ontstond na afloop van een grote vulkaanuitbarsting. Beschrijf de wijze waarop deze caldera is gevormd.
Slide 36 - Open vraag
Gebruik de atlas. In een bepaalde periode van het jaar valt in de omgeving van de Bromo veel neerslag. In combinatie met een vulkaanuitbarsting kan dat leiden tot een natuurlijk gevaar. Geef aan: - welk natuurlijk gevaar dat is; - in welke periode van het jaar in de omgeving van de Bromo veel neerslag valt. Kies uit: december-maart, april-juli en augustus-november.