Samenhang van het assortiment

Samenhang in het assortiment
Een consument verwacht dat het assortiment van een winkel ‘logisch’ is, of consistent is. Een consistent assortiment betekent dat je ervoor zorgt dat er een duidelijke verwantschap bestaat tussen de assortimentsgroepen in je winkel.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Samenhang in het assortiment
Een consument verwacht dat het assortiment van een winkel ‘logisch’ is, of consistent is. Een consistent assortiment betekent dat je ervoor zorgt dat er een duidelijke verwantschap bestaat tussen de assortimentsgroepen in je winkel.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- kan je uitleggen hoe het assortiment van je stagebedrijf is samengesteld aan de hand van de volgende begrippen; assortiment, assortimentsgroepen, artikelgroepen, artikelsoort en artikelvariëteit

- kan je uitleggen hoe het assortiment van je stagebedrijf is geclassificeerd is aan de hand van de volgende begrippen; Convenience goods, shopping goods, specialty goods, unsought goods
- kan je uitleggen hoe het assortiment van je stagebedrijf is geclassificeerd is aan de hand van de volgende begrippen; noodzakelijke goederen, luxe goederen, inferieure goederen, indifferente goederen 

Slide 2 - Tekstslide

Assortimentsverwantschap
* Consumptieverwantschap
* Productieverwantschap
* Koopverwantschap

Slide 3 - Tekstslide

Consumptieverwantschap
* Complementaire artikelen: dit zijn artikelen die je vaak samen gebruikt. Voorbeeld: koffie en koffiemelk
* Follow-up artikelen: artikelen die je koopt om een ander product aan te vullen: Voorbeeld: elektrische tandenborstel + opzetstukje
* Substitutieartikelen: goederen die onderling vervangbaar zijn. Voorbeeld: verschillende soorten appels

Slide 4 - Tekstslide

Productieverwantschap en koopverwantschap
* Productieverwantschap: De artikelen worden op dezelfde manier gemaakt. Voorbeeld: leren schoenen, leren tassen, leren riemen
* Koopverwantschap: Als de manier van kopen hetzelfde is. Voorbeeld: dagelijkse boodschappen in een supermarkt

Slide 5 - Tekstslide

Assortimentssamenstelling
Een assortiment is samengesteld uit assortimentsgroepen, artikelgroepen, artikelsoorten en artikelvariëteiten.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Assortimentsgroepen
Alle artikelen die een winkel verkoopt, vormen het assortiment. Een assortiment kun je indelen in verschillende groepen. Een assortimentsgroep bestaat uit artikelen die bij elkaar horen. Het assortiment van een kledingwinkel is kleding. De assortimentsgroepen zijn bijvoorbeeld dameskleding, herenkleding en kinderkleding.

Slide 8 - Tekstslide

Artikelsoort
Per artikelgroep heb je meerdere artikelsoorten. Artikelsoorten zijn artikelen met dezelfde kenmerken. 

Slide 9 - Tekstslide

Artikelgroepen
Elke assortimentsgroep bestaat weer uit artikelgroepen. Een artikelgroep is een groep artikelen die in dezelfde situaties worden gebruikt.

Slide 10 - Tekstslide

Artikelvarieteit
Elke artikelsoort kun je onderverdelen in artikelvariëteiten. De artikelvariëteit is de specifieke uitvoering van een artikel. 

Slide 11 - Tekstslide

Productclassificaties

Slide 12 - Tekstslide

Aankoopsoorten 
- Convenience goods = dagelijkse boodschappen 
- Shopping goods = weer je voor gaat winkelen: kleding, schoenen etc. 
- Speciality goods: zaken die je niet vaak aanschaft, zoals een auto, juwelen en een keuken. 

Slide 13 - Tekstslide

Noodzakelijke, luxe, inferieure en indifferente goederen

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten
- Opdracht assortimentsbouw eigen leerbedrijf

Slide 15 - Tekstslide