Wat? Maak opdr. 4, 5 en 6 van blz. 13/14. Schrijf de antwoorden in je schrift.
Tijd? 15 minuten
Hoe? Eerste vijf minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen.
Klaar? Ga lezen in je leesboek of werk verder vanaf opdr. 7.
Resultaat? Klassikaal nabespreken.