Je kunt de invloed van medicijnen, alcohol en drugs op het zenuwstelsel beschrijven.
Je kunt de risico’s van het gebruik van verslavende middelen noemen.
Slide 4 - Tekstslide
Woordenlijst
Slide 5 - Tekstslide
Inleiding
Er zijn veel stoffen die de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden. Sommige stoffen remmen het zenuwstelsel, terwijl andere stoffen het zenuwstelsel juist activeren..
Slide 6 - Tekstslide
B4 - Beïnvloeding van het zenuwstelsel
Stoffen die het zenuwstelsel beïnvloeden:
Medicijnen
Alcohol
Tabak
Drugs
Slide 7 - Tekstslide
Ontspannende werking
Hasj, wiet en heroïne werken ontspannend en verdovend en geven je een rustig gevoel.
Slide 8 - Tekstslide
Stimulerende werking
Xtc, cocaïne, tabak en koffie werken stimulerend en maken je extra actief.
Slide 9 - Tekstslide
Hallucinerende werking
Cocaïne, hasj, heroïne en paddo’s werken hallucinerend, waardoor je dingen waarneemt die er niet zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Alcohol, medicijnen en drugs
beïnvloeden het zenuwstelsel
Slide 11 - Tekstslide
Medicijnen
Morfine is een medicijn wat pijn bestrijdt
Je wordt suf en je reactievermogen neemt af.
Slide 12 - Tekstslide
Drugs
Sommige drugs werkt ontspannend en verdovend
Andere drugs werkt stimmulerend
Weer andere hallucinerend
Slide 13 - Tekstslide
Alcohol
Verdoofd je hersenen
Je reactie vermogen neemt af en het heeft invloed op je humeur.