Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2.3 voornaamwoorden
woordsoorten 2.3 deel 1
Je leert:
- van een vd een bnw maken
- persoonlijke voornaamwoord
- bezittelijk voornaamwoord
- wederkerend voornaamwoord
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
woordsoorten 2.3 deel 1
Je leert:
- van een vd een bnw maken
- persoonlijke voornaamwoord
- bezittelijk voornaamwoord
- wederkerend voornaamwoord
Slide 1 - Tekstslide
woordsoorten 2.3-deel 1.1
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Tekstslide
hh ljr 1 - lidwoord
hoort bij een znw (de, het, een)
bepaald: de -> mannelijk/vrouwelijk
het -> onzijdig
onbepaald: een
Slide 3 - Tekstslide
hh ljr 1 - zelfstandig naamwoord
planten, mensen, dieren, dingen (concreet)
liefde (abstract)
Herkenbaar:
- er kan (meestal) een lidwoord voor
- je kunt het (meestal) in het meervoud zetten (niet: geluk, goud, niet in ev: onkosten)
- eigennamen zijn ook znw (Frits, maar ook Nederland)
Slide 4 - Tekstslide
hh ljr 1 - bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over het znw:
mooi, lelijk, groot, ijzeren
Herkenbaar:
- staat meestal voor een znw (en dan samen in een zinsdeel
- soms staat het niet voor een znw: Die fiets is mooi. (mooi = bnw)
Slide 5 - Tekstslide
Leerjaar 2 - bnw van volt. dw
Je kunt van een volt dw een bnw maken.
Kijk naar hoe het volt.dw eruitziet.
Eindigt het op t/d -> zoals normaal, zie volgende slide
Eindigt het op "en" -> zo laten
Slide 6 - Tekstslide
bnw - mooi
bepaald lidwoord
zelfstandig naamwoord
onbepaald lidwoord
de
school
een
het
huis
een
Slide 7 - Tekstslide
bnw - mooi
bep lw
bnw
znw
onbep lw
bnw
de
mooie
school
een
mooie
het
mooie
huis
een
mooi
Slide 8 - Tekstslide
bnw - hoe?
bep lw
bnw
znw
onbep lw
bnw
de
+e
school
een
+e
het
+e
huis
een
-
Slide 9 - Tekstslide
breken
Het ... kopje was al erg oud.
voltooid deelwoord van breken?
Het kopje is gebroken.
vd: eindigt op "en", dus zo laten.
Het gebroken kopje was al erg oud.
Slide 10 - Tekstslide
verven
De ... deur bleef nog lang nat.
vd: verven -> De deur is geverfd.
eindigt op t/d , en bepaald lidwoord
-> +e
De geverfde deur bleef nog lang nat.
Slide 11 - Tekstslide
Woordsoorten 2.3-deel 1.2
voornaamwoorden
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Wederkerend voornaamwoord
Slide 12 - Tekstslide
voornaamwoorden
Een voornaamwoord vervangt een znw of een zinsdeel.
Slide 13 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
verwijst naar mensen, dieren of dingen
verschilt per zinsdeel
Slide 14 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord - onderwerp
Slide 15 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord -
ander zinsdeel
Slide 16 - Tekstslide
De tandarts is vandaag afwezig, want is ziek.
Nina vindt John leuk. Ze is verliefd op
Wanneer gaan verhuizen?
Hoeveel boterhammen eet per dag?
hij
je
ik
hem
zij
Slide 17 - Sleepvraag
Bezittelijk voornaamwoord
geeft aan van wie iets is
Dit is mijn trui.
Staat voor een znw, soms staat er nog een bnw tussen
Dat is jouw mooie broek.
Slide 18 - Tekstslide
bezittelijk vnw
Slide 19 - Tekstslide
Wie haalt jullie op?
jullie =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 20 - Quizvraag
mijn huis.
mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 21 - Quizvraag
Wij hebben ons vergist.
wij =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 22 - Quizvraag
Is 'mij' persoonlijk of bezittelijk:
Dat boek is van mij.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 23 - Quizvraag
Zijn pen doet het niet.
Is 'zijn' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
Slide 24 - Quizvraag
Wat is het bez. vnw.?
Mijn telefoon is zoek.
Slide 25 - Open vraag
Wat is het bez. vnw.?
Heb jij mijn tas meegenomen ?
Slide 26 - Open vraag
Wat is het bez. vnw?
Smaakt jouw kroket ook zo vies?
Slide 27 - Open vraag
Komen jullie ook naar de kampioenswedstrijd kijken?
'jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.
Slide 28 - Quizvraag
Jullie paspoorten zijn niet meer geldig.
'Jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.
Slide 29 - Quizvraag
Deze glutenvrije spaghetti is speciaal voor mij gemaakt.
'mij' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.
Slide 30 - Quizvraag
Wederkerend voornaamwoord
Een wederkerend voornaamwoord komt alleen voor in combinatie met wederkerende werkwoorden, zoals: zich uitsloven, zich verslikken, zich voornemen
Slide 31 - Tekstslide
Wederkerend voornaamwoord
Slide 32 - Tekstslide
woordsoorten 2.3 deel 1
Je leerde deze les:
- van een vd een bnw maken
- persoonlijke voornaamwoord
- bezittelijk voornaamwoord
- wederkerend voornaamwoord
en kunt nu de inleiding en deel 1 maken van 2.3
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
voornaamwoorden het en je
April 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H4 Gr WS: De woordsoort van het en je
Maart 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H1 2020 - les 9 woordsoorten 1.7 (Gram. H1)
Oktober 2019
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H1: herhalen woordsoorten (H oefenen) + vwo: vnw bw
Oktober 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
M3 Grammatica alles
April 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Les 2: herhalen theorie, nakijken opdr. 1, uitleg voornaamwoorden (1)
Februari 2019
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Grammatica les 8 vwo: pers. vnw en bez. vnw
Maart 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
H1 - les 3 woordsoorten 1.7 (Gram. H1)
Oktober 2019
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2