Com. Cal. Les 4 online

Les 4 Commerciële Calculaties
2.5 Kosten van diensten van derden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 4 Commerciële Calculaties
2.5 Kosten van diensten van derden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Nieuwe lesstof 2.5 Kosten van diensten van derden
  • Bezig met het huiswerk
  • Vooruitblik naar volgende week dinsdag 

Slide 2 - Tekstslide

2.5 Kosten van diensten van derden
Het is onmogelijk voor een organisatie om alles zelf te doen, omdat ze misschien de deskundigheid niet hebben, zoals de loonadministratie of omdat iemand anders het goedkoper kan doen dan de organisatie zelf. Bijvoorbeeld:
  • Kosten van een transportbedrijf
  • Verzekeringspremies
  • Telefoonkosten
  • Kosten van een ICT-bedrijf
Maak je gebruik van de diensten van een ander bedrijf, dan kost dit geld. Dit noem je kosten van diensten van derden.

Slide 3 - Tekstslide

Verzekeringskosten
Een organisatie die zich niet verzekerd draait bij een gebeurtenis zelf op voor de schade. Je kunt je risico overdragen aan een verzekeringsmaatschappij. De verzekeringsmaatschappij keert dan geld uit bij een gebeurtenis, zoals brand- en waterschade, klanten die niet betalen en ziekte van de ondernemer.

Slide 4 - Tekstslide

Polis
Een verzekeringsovereenkomst leg je schriftelijk of digitaal vast in een polis. De polis ontvang je van de verzekeringsmaatschappij bij het afsluiten van de verzekering. Een verzekering kun je rechtstreeks afsluiten bij een verzekeringsmaatschappij. Dit noem je direct writing

Slide 5 - Tekstslide

Schade 
Mocht je schade hebben, dan meld je dit bij de verzekeringsmaatschappij. Dit doe je door een schadeformulier in te vullen. Soms is dit niet voldoende en schakelt de verzekeringsmaatschappij een expert in die de oorzaak van de schade onderzoekt en vaststelt. Op basis van het advies van de expert bepaalt de verzekeringsmaatschappij of de schade word vergoed.

Slide 6 - Tekstslide

Kosten verzekering
Het afsluiten van een verzekering kost geld. Deze kosten noem je assurantiekosten. De kosten bestaan uit:
  • Verzekeringspremie = het bedrag dat een verzekeraar vraagt als vergoeding voor het verzekeren in promille.
  • Poliskosten = de prijs voor het opmaken van de verzekeringsovereenkomst.
  • Administratiekosten = betaal je voor het veranderen of verlengen van de verzekeringsovereenkomst.
  • Assurantiekosten = 21% van de premie + poliskosten gaat als belasting naar de overheid.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Jan verzekerd zijn pand voor €250.000. De premie bedraagt 4,6 promille per jaar. De poliskosten bedragen €16,50. Het tweede jaar wordt de verzekering verlengt. De polis word niet opnieuw opgemaakt, wel word er €2,50 administratiekosten in rekening gebracht. De assurantiebelasting is 21%.
Bereken de verzekeringskosten voor het eerste- en tweede jaar?

Slide 8 - Tekstslide

Eerste jaar
Premie = €250.000 : 1000 x 4,6 =                €1.150,-
Poliskosten =                                                        €16,50
Administratiekosten =                                      €0,-      +
                                                                                     €1.166,50
Assurantiekosten = €1.166,50 : 100 x 21 = €244,97 +
Verzekeringskosten eerste jaar =                 €1.411,77

Slide 9 - Tekstslide

Tweede jaar
  1. Wat is de premie? 
  2. Wat zijn de poliskosten?
  3. Wat zijn de administratie kosten?
  4. Wat zijn de assurantiekosten? 
  5. Wat zijn de verzekeringskosten voor het tweede jaar?

Slide 10 - Tekstslide

Eigen risico
Bij heel veel verzekeringen geldt een eigen risico. Het eigen risico is dat deel van de schade dat de verzekeraar niet vergoedt. Is de schade lager dan je eigen risico, dan betaal je de schade zelf. Is de schade hoger dan je eigen risico, dan ontvang je het schade bedrag - je eigen risico.

Slide 11 - Tekstslide

Er is schade aan je pand door het slechte weer. Je hebt een eigen risico van €300,-. De schade van je pand is €1.000,-. Hoe veel keert de verzekeraar uit?

Slide 12 - Open vraag

Transport- en incassokosten
Transport- en incassokosten komen veel voor. Transportkosten zijn de kosten van het vervoer van de goederen vanaf de leverancier naar de klant. Incassokosten zijn kosten die je maakt om geld te innen.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Groothandel Veenstra verkoopt zijn goederen voor €1.750,- excl. btw. Groothandel Veenstra regelt de transport- en incassokosten. Ze spreken af dat de transportkosten €125,- is en de incassokosten €35,-. Btw hoogtarief. 

Stel de factuur samen?

Slide 14 - Tekstslide

De factuur
Geleverde goederen =          €1.750
Transportkosten         =          €125
Incassokosten             =          €35      +
Totaal                               =          €1.910
Btw 21%                          =          €401,10+
Factuurbedrag            =          €2.311,10

Slide 15 - Tekstslide

Bezig met het huiswerk

Opdrachten: 32 t/m 35

Slide 16 - Tekstslide

Voor volgende week dinsdag..
Het huiswerk voor dinsdag is: 
Opdrachten 7 t/m 10, 13, 17 t/m 19, 21 en 32 t/m 35

Slide 17 - Tekstslide