12.6 Planteneters, vleeseters en alleseters

Thema 12
BS 6 Planteneters, vleeseters en alleseters
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 12
BS 6 Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
- herhaling organen verteringsstelsel (quiz 10 minuten)
- uitlegvideo ( 5 minuten)

- quizvragen (10 minuten)
- aan de slag met opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Quizvragen (herhaling)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de functie van alvleessap?
A
Verteren van alleen eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van alleen vetten
D
Verteren van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een enzym?
A
eiwit
B
koolhydraat
C
vet
D
mineraal

Slide 6 - Quizvraag

Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
Stoffen die maagsap produceren
B
Alle onverteerbare stoffen
C
Stoffen die processen versnellen
D
Stoffen die de voedselbrij kunnen verplaatsen

Slide 7 - Quizvraag

Welk nummer is de alvleesklier?
A
1
B
2
C
11
D
12

Slide 8 - Quizvraag

De twaalfvingerige darm maakt verteringssappen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

1. Als de inhoud van deel 5 een pH heeft van 3, is het maagportier dan open of dicht?
A
Open
B
dicht

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een brandstof?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Water
D
Mineralen

Slide 11 - Quizvraag

Brandstof + Zuurstof --> ???
A
kaarsvet + water
B
koolstofdioxide + water
C
koolstofdioxide + water + energie
D
zuurstof + koolstofdioxide + water

Slide 12 - Quizvraag

Nieuwe theorie BS 6
Planteneters, vleeseters, alleseters

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Bouw van het gebit

Slide 15 - Tekstslide

3 Groepen eters

  • Planteneters (herbivoren) eten plantaardig voedsel.

  • Vleeseters (carnivoren) eten dierlijk voedsel.

  • Alleseters (omnivoren)eten plantaardig en dierlijk voedsel.

Slide 16 - Tekstslide

Planteneter
  • Darmkanaal is in verhouding tot de lichaamslengte lang
  • Kiezen zijn plooikiezen -> fijnmalen plantaardig voedsel
  • Hoektanden ontbreken

Slide 17 - Tekstslide

Vleeseters
  • Darmkanaal  in verhouding tot de lichaamslengte kort
  • Kiezen zijn knipkiezen -> vlees in kleine stukjes 'knippen'
  • Hoektanden spits en scherp

Slide 18 - Tekstslide

Alleseters
  • Darmkanaal in  in verhouding tot de lichaamslengte middellang
  • Kiezen zijn knobbelkiezen -> 'knippen' en malen
  • Hoektanden altijd aanwezig

Slide 19 - Tekstslide

Planteneters, alleseters, vleeseters

Slide 20 - Tekstslide

Quizvragen

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de wortel bij je gebit?
A
deel dat vastzit in de kaak
B
het oranje stukje dat lekker smaakt
C
de bovenkant van je tand of kies

Slide 22 - Quizvraag

Het gebitselement van de afbeelding zit in het gebit tussen een hoektand en een snijtand in.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Drie gebitselementen zijn: een hoektand,
een kies en een snijtand.
Wat voor een element uit het gebit
van een mens zie je hier?
A
Hoektand
B
Kies
C
snijtand

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste functie van het gebit?
A
dat je er mooi uitziet
B
dat je dingen kunt afbijten
C
slikken
D
oppervlakte vergroting van het voedsel

Slide 25 - Quizvraag

Iemand met een slecht gebit kan minder goed voedsel verteren dan iemand met een goed gebit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Dit gebit is van een ...
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor
D
Kan van beide

Slide 27 - Quizvraag

Dit is het gebit van een
A
Alleseter
B
Vleeseter
C
Planteneter

Slide 28 - Quizvraag

Dit gebit is van een ?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor
D
Ivoor

Slide 29 - Quizvraag

Het gebit bestaat uit verschillende gebitselementen,
we noemen die...
A
Melktanden en blijvende tanden
B
Voortanden en kiezen
C
Kiezen, snijtanden en voortanden
D
Hoektanden, snijtanden en kiezen

Slide 30 - Quizvraag

Een varken is een...
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter
D
Afvaleter

Slide 31 - Quizvraag

Welk spijsverteringskanaalis van een planteneter?
A
Afbeelding A
B
Afbeelding B

Slide 32 - Quizvraag

Is dier A een planteneter of vleeseter? Heeft die een lang of kort darmkanaal?
A
Planteneter met een kort darmkanaal
B
Planteneter met een lang darmkanaal
C
Vleeseter met een kort darmkanaal
D
Vleeseter met een lang darmkanaal

Slide 33 - Quizvraag

Wat is C voor kies?
A
Plooikies
B
Valse kies
C
Knobbelkies
D
Knipkies

Slide 34 - Quizvraag

Wat voor soort kies heeft de planteneter?
A
Knipkies
B
Knobbelkies
C
Plooikies

Slide 35 - Quizvraag

Vleeseter
planteneter
Alleseter
Welke eigenschap hoort bij welk dier? Sleep het naar de juiste plaats
plooikiezen
geen hoektanden
kleine hoektanden
grote hoektanden
knip en scheurkiezen
korte darmen
lange darmen
niet kort niet lange darmen
knobbelkiezen

Slide 36 - Sleepvraag

Wat is tandplak?
A
een laagje aanslag met veel bacteriën op je tong
B
een laagje bacteriën die je zelf weg kan poetsen
C
een laagje aanslag met veel bacteriën op je tanden en kiezen
D
een laagje aanslag met weinig bacteriën op je tanden en kiezen

Slide 37 - Quizvraag

Tandholte
Zenuw
Kaakbeen
Tandvlees
Cement
Bloedvat
Tandbeen
Glazuur
Wortelvlies

Slide 38 - Sleepvraag

Waar lopen de bloedvaten van je tand?
A
Aan de binnenkant
B
Onder je wortels langs
C
In je tandvlees
D
Langs de buitenkant

Slide 39 - Quizvraag

verteringssap
alvleessap
darmsap
maagsap
speeksel

Slide 40 - Sleepvraag

aan de slag 12.6
Lees de tekst van basisstof 6 (blz. 62 t/m 65)

Maken opdrachten 1 t/m 8
Ook de samenvatting van opdracht 4

Slide 41 - Tekstslide

Leerdoelencheck 12.6
  1. Lees de leerdoelen
  2. Overleg in tweetallen over het leerdoel (1 minuut).
  3. Deel het met de klas. 

Slide 42 - Tekstslide

Oefenopdrachten voor de toets

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide