Verdieping zkh/vvt P1L5

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Verdieping zkh/vvt P1L5

Circulatiestoornissen en Diabetes Mellitus

Rosanne Vink

Wat gaan we vandaag doen?

Terugblikken vorige les

Theorie les 5

Aan de slag met je opdracht

Ik weet nog wat het onderwerp van de vorige les was!

Ja

Nee

Pre- en postoperatieve zorg!

We hebben de fasen besproken die patiënten doorlopen voordat ze geopereerd worden. Zet deze fasen in de juiste volgorde!

Planning

Opname en voorbereiding operatie

Spreekuur operateur

Pre-operatieve screening/ intake vpk

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Fase 4

Pre-operatieve screening (POS)

Bestaat uit vier fasen:

1. Spreekuur operateur.
2. Preoperatieve screening/ intake verpleegkundige
3. Planning.
4. Opname en voorbereiding operatie

Bij iedere fase vindt er een stopmoment plaats (daarover later meer).

Bij iedere fase vindt er hetzelfde plaats. Wat is dit?

1. Controle vitale parameters
2. Stopmoment
3. Risico inschatten
4. Bloedprikken

Welke verpleegkundige interventies voer je post-operatief uit?

Vragen nog over de les van vorige week?

Leerdoelen lesweek 5

• de symptomen herkennen die optreden bij hartklachten

• de verpleegkundige interventies benoemen die uitgevoerd moeten worden bij; POB, AP ritmestoornissen en hartinfarct.

• benoemen welke symptomen optreden bij ziekten aan het vaatstelsel bv; varices, aneurysma en arteriosclerose.

• benoemen welke symptomen optreden bij bloedziekten zoals; leukemie

• kan in eigen woorden uitleggen aan een zorgvrager en collega wat de symptomen en behandelingen zijn van diabetes mellitus.

• kan een zorgvrager met DM observeren en vanuit een casus de complicaties die kunnen optreden signaleren en bedenken welke medische acties daarop moeten volgen.

Cardiologie

Cardiologie is de geneeskunde van het hart en bloedvaten.

• Het aanvoeren van voedingsstoffen zoals zuurstof, zodat weefsel kan functioneren;
  
• Het afvoeren van afvalstoffen zoals CO2;
  
• Het laten circuleren van hormonen en afweercellen;
  
• Het reguleren van de lichaamstemperatuur door bijvoorbeeld vaatverwijding en –vernauwing.

Hartfalen

Bij hartfalen pompt het hart bloed minder
goed weg. Je organen en spieren krijgen
niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen.
De bloedvaten raken vol en er lekt vocht uit.
Dit gebeurt vooral naar de longen, buik,
benen en enkels.

Symptomen hartfalen

Symptomen

Moeilijk inspanning leveren

Kortademig

Oedeemvorming (benen, armen, longen)

Pijn op de borst

Roze slijm ophoesten

Verpleegkundige interventies

• Balans zoeken dagelijks leven (rust  en activiteiten).
• Psychische ondersteuning.
• Bedlegerig? Decubitus.
• Controle vitale parameters

• Monitoren gewicht
• Vochtbalans
  
• Zwachtelen bij oedeemvorming
• POB klachten --> arts bellen (SBAR)
  --> Nitraat geven.
  --> Zo nodig zuurstof toedienen.
  --> ECG maken.

Welk orgaan functioneert minder goed bij Diabetes Mellitus?

1. Cor
2. Hepar
3. Pancreas
4. Duodenum

Diabetes Mellitus

De alvleesklier (pancreas) is een buikorgaan gelegen in de bovenbuik in de buurt van de maag en twaalfvingerige darm. Een belangrijke functie van de alvleesklier is het afgeven van insuline.

Symptomen Diabetes Mellitus

Behandeling DMI

Altijd insuline toedienen

Behandeling DMII

Leefstijl aanpassen (hoe?)

Medicatie

• Eerst tabletten
• Daarna insuline prikken

Casus mevrouw Oskan

Mevrouw Oskan ligt in Verpleeghuis het Groene hart. Ze is 75 jaar en heeft obesitas en DM II. Ze loopt nog wel zelfstandig met een rollator, maar vanwege wondjes aan haar voeten, steunkousen, hulp bij medicatie (insuline) was het thuis niet meer verantwoord.  Ze heeft sinds 2 dagen buikgriep waardoor ze vocht verliest door diarree en braken. Haar intake is minimaal. Sinds 2 dagen is mevrouw achteruit gegaan en ligt ze veel in bed. Je komt bij haar op de kamer en ze is erg suf en verward. Ze ligt met haar benen van het bed af en praat wartaal. Ze zegt dat ze wazig ziet en ze wil uit bed om water te pakken. Ook zie je dat ze nog niets heeft gegeten en haar insulinepen ligt wel op haar nachtkastje. Je doet de controle van de vitale parameters en je komt erachter dat ze een bloedsuiker heeft van 2.1 mmol/l.

Welke verpleegkundige interventie zet je in bij deze glucosewaarde?

Casus mevrouw Oskan

Mevrouw Oskan ligt in Verpleeghuis het Groene hart. Ze is 75 jaar en heeft obesitas en DM II. Ze loopt nog wel zelfstandig met een rollator, maar vanwege wondjes aan haar voeten, steunkousen, hulp bij medicatie (insuline) was het thuis niet meer verantwoord. Ze heeft sinds 2 dagen buikgriep waardoor ze vocht verliest door diarree en braken. Haar intake is minimaal. Sinds 2 dagen is mevrouw achteruit gegaan en ligt ze veel in bed. Je komt bij haar op de kamer en ze geeft aan erg moe te zijn en veel dorst te hebben.  Op haar nachtkast zie je veel verpakking van etenswaar liggen, maar mevrouw zegt dat ze haar insulinepen kwijt is. Je doet de controle van de vitale parameters en je komt erachter dat ze een bloedsuiker heeft van 18,7 mmol/l.

Welke verpleegkundige interventie zet je in bij deze glucosewaarde?

Aan de slag met de eindopdracht!

Volgende week: Zorgproblemen bij CVA en andere neurologische ziekten