Administratie blok 2 en 3 GTBD

Administratie blok 2 en 3
Blok 2: Inkoopadministratie
Blok 3: Verkoopadministratie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Administratie blok 2 en 3
Blok 2: Inkoopadministratie
Blok 3: Verkoopadministratie

Slide 1 - Tekstslide

Zet de onderstaande documenten die bij het inkoop/verkoopproces horen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
Factuur
Pakbon en vrachtbrief
Offerte
Offerte aanvraag
Order
Order-bevestiging

Slide 2 - Sleepvraag

Offerte
Een offerte is een uitgebreide, schriftelijk prijsopgave.

Op een offerte staan natuurlijk de prijzen van de producten, maar ook de betalingsvoorwaarden en de leveringsvoorwaarden.

Slide 3 - Tekstslide

Leveringsvoorwaarden
In de leveringsvoorwaarden geeft de leverancier een omschrijving waar, wanneer en tegen welke kosten de producten worden geleverd.

Franco betekent dat de leverancier de vervoerskosten voor zijn rekening neemt.
Niet-franco betekent dat de klant de vervoerskosten helemaal of voor een deel betaalt.



Slide 4 - Tekstslide

Betalingsvoorwaarden
Goederen die worden ingekocht, moeten betaald worden. In de betalingsvoorwaarden staat wanneer en hoe dit moet worden gedaan.
De klant moet het factuurbedrag binnen een bepaalde tijd betalen, bijvoorbeeld binnen dertig dagen. Dit noemen we de betalingstermijn.

Slide 5 - Tekstslide

Order (bestelling)
Een order is een document waarin staat welke artikelen iemand bestelt tegen welke voorwaarden.

Voor het bedrijf dat de order plaatst, is het een inkooporder.
Voor het bedrijf dat de order ontvangt, is het een verkooporder.


Slide 6 - Tekstslide

Orderbevestiging
Een orderbevestiging is een brief van de leverancier aan de klant om te laten weten dat het bedrijf de order ontvangen heeft. Een leverancier stuurt een orderbevestiging om misverstanden te voorkomen.

Slide 7 - Tekstslide

Pakbon en vrachtbrief
Als de goederen door de leverancier geleverd worden, zitten hier twee documenten bij; een pakbon en een vrachtbrief. 
Een pakbon is een formulier dat met de bestelde artikelen in de verpakking wordt meegestuurd.

Een vrachtbrief is een formulier dat bij elke bestelling zit die door een vervoerder bij een klant bezorgd wordt. De vervoerder kan zo zien welke vracht hij waar moet afleveren.

Slide 8 - Tekstslide

Factuur
Voor de bestelde artikelen krijg je een rekening of factuur. Een factuur is een formulier waarop je kunt zien wat je moet betalen voor de artikelen of de diensten die je van een bedrijf hebt ontvangen. 

Slide 9 - Tekstslide

Een order die een klant bij een leverancier plaatst, is voor de klant een
Een order die een klant bij een leverancier plaatst, is voor de leverancier een
Verkooporder
Inkooporder

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk de vorige sheet. Wat hoort er op de twee rode vlakken te staan

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Een bedrijf vraagt bij verschillende leveranciers offertes aan. Het bedrijf besluit niet voor de goedkoopste leverancier te kiezen. Wat kan hier de reden voor zijn?

Slide 14 - Open vraag

Als de klant de vervoerskosten helemaal of voor een deel betaalt, heet dat ...?
A
Franco
B
Niet-franco

Slide 15 - Quizvraag

Een formulier dat bij een bestelling zit, waarop staat welke artikelen er in de verpakking zitten is een ...?
A
Pakbon
B
Vrachtbrief

Slide 16 - Quizvraag

Een formulier dat bij een bestelling zit, zodat de vervoerder kan zien welke vracht hij waar moet afleveren is een ...?
A
Pakbon
B
Vrachtbrief

Slide 17 - Quizvraag

Welke gegevens staan niet op een pakbon?
A
artikelen
B
adresgegevens van de klant
C
prijs
D
aantal bestelde artikelen

Slide 18 - Quizvraag

Een uitgebreide, schriftelijke prijsopgave is een ...?
A
Offerte
B
Factuur
C
Order
D
Pakbon

Slide 19 - Quizvraag

Wat zie je op de afbeelding?
A
Een pakbon
B
Een order
C
Een vrachtbrief
D
Een orderbevestiging

Slide 20 - Quizvraag

En op deze?
A
Een pakbon
B
Een order
C
Een vrachtbrief
D
Een orderbevestiging

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer betalen?
In de betalingsvoorwaarden staat wanneer de klant moet betalen. Er zijn verschillende mogelijkheden:

  • Vooruitbetaling: de klant betaalt voordat de artikelen worden afgeleverd. Pas als de klant betaald heeft, verstuurt de verkoper het artikel naar de klant.
  • Aanbetaling: de klant betaalt een deel van de totaalprijs wanneer hij het artikel bestelt.  Voor de rest van het bedrag stuurt de verkoper na de levering een rekening.
  • Onder rembours: de klant betaalt het artikel en de bezorgkosten bij aflevering. Hij betaalt aan de persoon die de bestelling afleverd. Dit kan de postbode of de chauffeur van het vervoersbedrijf zijn. 



Slide 22 - Tekstslide

Hoe betalen?
In de betalingsvoorwaarden staat ook hoe de klant moet betalen. Er zijn verschillende mogelijkheden.
  • Contant: betalen met bankbiljetten en/of munten
  • Via de bank: De klant geeft de bank opdracht het geld over te schrijven. Daar gaat vaak wat tijd overheen. Bijv. internetbankieren of via Ideal
  • Via speciale internetsites, bijvoorbeeld PayPal of Klarna. Het bedrag wordt direct overgemaakt naar de bankrekening van de verkoper vanaf een speciale PayPal-rekening.









Slide 23 - Tekstslide