Les 8: Woordjes leren

Les 8: Woordjes leren
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 8: Woordjes leren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordjes leren
Aan het eind van deze les:
  • Weet jij wat voor jou de beste manier is om woordjes te leren
  • Weet jij een paar manieren om woordjes te leren
Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Soms heb je een toets waarvoor je veel begrippen moet kennen of van veel woorden de vertaling moet weten.
  • Voor sommige mensen gaat dat heel makkelijk, voor anderen heel moeilijk. Maar voor iedereen is het verstandig om eerst goed uit te zoeken hoe je woordjes het beste kan leren.
Woordjes leren
Kijk naar het volgende fragment: Hoe zou deze jongen dit uit zijn hoofd geleerd hebben?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe denk jij dat deze jongen de reeks getallen uit zijn hoofd heeft geleerd?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer jij woordjes?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  1. Begin op tijd
  2. Verdeel de woordenlijst die je moet leren in kleine stukjes, bijvoorbeeld telkens 5 of 10 woorden. 
  3. Wanneer je die weet, neem je de volgende woorden erbij.
  4. Begin met leren van het Frans / Duits/Engels naar het Nederlands. 
  5. Gaat dat goed, dan doe je het daarna andersom.

1: Woordjes leren...Hoe dan?!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag gaan we kijken wat jouw beste manier is om woordjes te leren. 

We gaan een aantal oefeningen doen. Bij alle oefeningen moet je tien woorden leren. Je hebt daarvoor iedere keer 2 minuten de tijd. 

Bij de eerste oefening ga je 10 woordjes leren door deze hardop in je hoofd te herhalen
Oefening 1: woordjes leren uit je hoofd

Slide 8 - Tekstslide

Mentor: bespreek met de leerlingen hoe ze dit hebben ervaren. Voor wie werkt dit en voor wie niet? 
Probeer de onderstaande 10 woorden uit je hoofd te leren door ze zo vaak mogelijk hardop in je hoofd te herhalen.
  1. etui
  2. muis
  3. aanrecht
  4. voetbal
  5. chocola
  6. appel
  7. pen
  8. stofzuiger
  9. laptop
  10. schooltas 
timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

mentor: zorg dat je deze woordjes geprint hebt en deel het blad uit in de klas.
Na 2 minuten draaien de leerlingen het blad om en schrijven ze op wat ze nog weten. 
Daarna vraag je wat de opbrengst is van deze opdracht, wat opvalt enz.
Noteer de woorden die je nog weet

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik deze stappen:

1. Hoe ziet het woord eruit – dat is de spelling
2. Hoe klinkt het woord – dat is de uitspraak
3. Wat betekent het woord – dat is de vertaling


Er zijn verschillende manieren om woordjes te leren. Je leert door te oefenen welke manier het beste bij jou past.
 2: Manieren om woordjes leren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nodig: kleine papiertjes/post-it + woordenlijst in hotspot.

1- Op ieder kaartje schrijf je aan de ene kant een woord in de taal die je moet leren en op de andere kant de Nederlandse vertaling.
2- Je probeert de vertaling te zeggen en controleert jezelf door het kaartje om te draaien. 
3- Je spreekt het woord hardop uit.
 Manieren om woordjes leren => 1
FLASHCARDS
Woordjes:
against = tegen
big = groot
trousers = broek
bottle = fles
spoon = lepel
face = gezicht
moustache = snor
elevator = lift
butterfly = vlinder
vet = dierenarts

Slide 12 - Tekstslide

mentor: deel de post-its of papiertjes uit. Je kunt de leerlingen ook zelf laten meebrengen of knippen.
Onder de hotspot staat een voorbeeld van 10 Engelse woordjes. Deze kun je gebruiken of je hebt zelf een lijst met woorden die jij geschikt vindt.
Nodig: wit blaadje A4 + blad/boek vreemde taal met woordjes.

1- Leg het blaadje op de Nederlandse woorden
2- Maak groepjes van 5 -7 woordjes
3- Leer eerst van vreemde taal naar Nederlands
4- Spreek het woord hardop uit
5- Zeg de Nederlandse vertaling ook hardop
6- Herhalen - herhalen - herhalen

 Manieren om woordjes leren => 2
AFDEKKEN WOORDJES

Slide 13 - Tekstslide

mentor: zorg dat je zelf een lijst met woordjes in een vreemde taal achter de hand hebt om uit te delen.
Nodig: A4 blaadje

1) Vouw een A4 vel in de lengte door midden
2) Schrijf aan de linker kant de gevraagde woordjes
3) Schrijf dan aan de rechter kant de antwoorden
(Controleer de schrijfwijze nog een keer)
4) Vouw de antwoorden naar achteren en probeer de juiste vertaling in te vullen
5) Controleer je werk en noteer een plus of min (goed of fout)

 Manieren om woordjes leren => 3
SCHRIJF HET OP

Slide 14 - Tekstslide

mentor: een voorbeeld oefening staat op de volgende dia! 

  1. hola
  2. buenos días =
  3. buenas noches =
  4. hasta luego =
  5. manzana =
  6. plátano =
  7. fresa =
  8. piña =

  1. hoi
  2. goedendag
  3. goedenavond
  4. tot ziens, tot later
  5. appel
  6. banaan
  7. aardbei
  8. ananas
timer
2:00
Oefening: Schrijf het op!

Slide 15 - Tekstslide

Mentor: zorg dat alle leerlingen een A4tje hebben om mee te werken. De Spaanse woorden worden op de linkerkant opgeschreven. De Nederlandse vertaling op de rechterkant. 
Het blad wordt over de lengte dubbelgevouwen. De Nederlandse vertaling zit nu aan de achterkant. Nu 2 minuten oefenen. Daarna bespreken in de klas. Hoe is het de leerlingen vergaan?
 Manieren om woordjes leren => 4
Online methode
Nodig: programma bv. wrts op je laptop
Hiermee kun je eindeloos oefenen. 
Vaak heeft het boek waarmee je werkt ook online oefeningen staan. Kijk maar eens op de website van je boek!


Slide 16 - Tekstslide

Mentor: kijk samen met de leerlingen naar de methode-sites of er online geoefend kan worden met woordjes.
Kijk ook samen naar wrts, hoe werkt dit eigenlijk?
Misschien kennen de leerlingen nog andere online methodes, vraag hier eens naar.
 Manieren om woordjes leren => 5
Overhoren 
Nodig: iemand die jou wil overhoren OF je overhoort jezelf. 
Voordat je begint: je moet wel eerst zelf de woordjes hebben geleerd....het overhoren is een test voor jezelf.
Dit doe je hardop: door het hardop uitspreken van de woorden onthoud je ze veel beter.
 Herhaal dit zo vaak mogelijk.


Slide 17 - Tekstslide

mentor: de leerlingen krijgen 10 woordjes van jou en leren die op hun eigen manier.
Kies zelf een maximum tijd hiervoor.

Daarna: in tweetallen overhoren en bespreek hoe dit is gegaan voor de leerlingen.
Je kent vast wel: TVTAS, het ezelsbruggetje voor de Waddeneilanden.

Het kan je helpen om zelf ezelsbruggetjes te bedenken voor moeilijke woordjes. Dit kan zo gek mogelijk zijn, als jij het maar kunt onthouden op die manier.
Tip: maak ezelsbruggetjes!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ezelsbruggetjes ken jij al?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check je leerdoelen!
Aan het eind van deze les:
  • weet jij wat voor jou de beste manier is om woordjes te leren
  • weet jij een paar manieren om woordjes te leren
Leerdoelen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende keer!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies