Yasmina werkt als zorghulp bij mevrouw De Vries. Als ze de slaapkamer heeft schoongemaakt, gaat ze naar beneden. Daar ziet ze mevrouw aan een tafel zitten (zie afbeelding).
Welke woord ontbreekt er in de zin?
Kies de juiste woorden.
Yasmina zegt: "Mevrouw, ik zie dat u ...(1)... bent. Wat is er met u aan de hand?"